Modelleren > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1Kalkoen braden
Kalkoen braden
a

Als g = 3 , dan t = 11 3 2 3 22,9 minuten.
Nee, als g = 6 , dan t = 11 6 2 3 36,3 minuten.

b

T = 80 + 11 g 2 3 . Nee, de totale braadtijd is niet recht evenredig met een macht van het gewicht.

c

Aardappels worden in water gekookt. De kooktijd hangt af van de hoeveelheid water die wordt gebruikt.

Opgave 2Posters
Posters
a

Doen.

b

Doen

c

A ( x ) = ( x - 2 ) ( 100 x - 3 )

d

A ' ( x ) = -3 + 200 x 2 = 0 geeft x 2 = 200 3 en dus x 8,2 dm.

e

De poster moet ongeveer 8,2 bij 12,2 dm worden.

Opgave 3Camping
Camping

Neem een kampeerplaats x bij x meter. Voor iedere plaats is dan nodig x 2 + 20 m2. Omdat je over 1 ha beschikt, kun je 10000 ( x 2 + 20 ) plaatsen aanleggen. De prijs per overnachting wordt 2 , 50 x + 4 , 50 .
De totale opbrengst per nacht wordt T O ( x ) = 10000 x 2 + 20 ( 2,50 x + 4,50 ) = 25000 x + 450000 x 2 + 20 .
T O maximaliseren geeft x 3,02 (andere mogelijkheid vervalt).
Een kampeerplaats wordt ongeveer 3  m breed.

Opgave 4Kogelbaan
Kogelbaan
a

Zie website. x = ( 2 v 0 ) g sin ( α ) cos ( α )

b

x is maximaal als sin ( α ) cos ( α ) zo groot mogelijk is.
Maak hiervan een grafiek ( α in graden) voor 0 α 90 . Bij `45` ° vind je het maximum.

c

De bijbehorende grootste hoogte is ( v 0 ) ( 4 g ) .

Opgave 5Snoepdoosje
Snoepdoosje
a

De achthoek kun je verdelen in een vierkant van `x` bij `x` , vier rechthoeken van `x` bij `1/2x sqrt(2)` en vier rechthoekige driehoeken van `1/2x sqrt(2)` bij `1/2x sqrt(2)` . De oppervlakte daarvan is dus `G = x^2 + 2x^2 sqrt(2) + x^2 = (2 + 2sqrt(2))x^2` .
Voor de hoogte van elke zijkant geldt: `2h + x + xsqrt(2) = 18` , dus `h = 9 - 1/2 (1 + sqrt(2))x` .
De inhoud van het doosje is nu `I(x) = G * h = (2 + 2sqrt(2))x^2)(9 - 1/2 (1 + sqrt(2))x) ~~ 43,46x^2 - 5,83x^3` .

b

Je vindt met behulp van je GR ongeveer `358` cm3, bij `x ~~ 4,97` .

Opgave 6Ureum-gehalte
Ureum-gehalte
a

Dag 1: 500 g ureum in het water. 3% eraf geeft 500 - 15 = 485 g.
Dag 2: 485 + 500 = 985 . 3% eraf geeft 955 g.
Dag 3: 955 + 500 = 1455,455 . 3% eraf geeft 1412 g.
Dag 4: 1412 + 500 = 1912 . 3% eraf geeft 1854 g.
Dag 5: 1854 + 500 = 2354 . 3% eraf, geeft ..., enzovoort.
Bij het begin van de derde dag is er 955 g.

b

Gedurende de vijfde dag komt het ureumgehalte boven de wettelijke norm van 2 g per m3.

c

In de loop van de dag komt er 500 g bij en 's nachts verdwijnt 20% van de totale hoeveelheid.
Je houdt 80% over. Dus U n = 0,80 ( U n - 1 + 500 ) = 0,8 U n - 1 + 400 .

d

Maak een tabel met behulp van Excel. De waarde van `2000` g wordt wel steeds dichter benaderd, maar nooit bereikt.

e

Bij het begin van de achtste dag is er 1580,5696 g ureum aanwezig. In de loop van die dag komt er 500 g bij. Een gedeelte van de achtste dag is het ureumgehalte boven de wettelijke norm van `2000` g.

(naar: examen wiskunde A havo van voor 1990)

Opgave 7Prooidier-roofdier modellen
Prooidier-roofdier modellen

Eigen antwoord.

verder | terug