Van de kubus
`OABC.DEFG`
is
`M`
het midden van
`AE`
,
`N`
het midden van
`BF`
en
`P`
het midden van
`EF`
.
Bepaal de onderlinge ligging van de vlakken
`OMB`
en
`DPNC`
.
Voor de onderlinge ligging van de vlakken `OMB` en `DPNC` kun je zo redeneren:
Als je ook maar één punt kunt vinden dat in beide vlakken ligt, snijden ze elkaar.
`PN` en `MB` liggen beide in vlak `ABFE` .
`PN` en `MB` zijn niet evenwijdig (richtingsvectoren) en snijden elkaar in vlak `ABFE` .
Dit snijpunt ligt in beide vlakken.
De vlakken `OMB` en `DPNC` snijden elkaar.
In
Beredeneer de onderlinge ligging van de vlakken:
`OMB` en `CFD`
`OMB` en `NFD`