Grafieken > Totaalbeeld
1234567Totaalbeeld

Samenvatten

Je kunt de krant niet openslaan of je ziet wel ergens tabellen en grafieken. Hetzelfde geldt voor allerlei tijdschriften over wat meer serieuze onderwerpen en over informatieve websites, en dergelijke. Bekijk bijvoorbeeld de site van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maar eens. Daar vind je een schat aan gegevens over Nederland. Veel informatie wordt ook overzichtelijker als je tabellen en vooral grafieken gebruikt. Maar dan moet je die wel goed begrijpen...

De volgende opgaven zijn bedoeld om overzicht over het onderwerp "Grafieken" te krijgen. Dit betreft van het domein "Grafieken" de onderdelen 11, 12, 13, 14, 15 en 16. Het is nuttig om er een eigen samenvatting bij te maken. De opgaven hieronder zijn bedoeld om je daarbij te helpen.

Je leert in dit onderwerp:

  • grafieken globaal bekijken ( Uitleg );
  • waarden uit grafieken aflezen ( Uitleg );
  • grafieken tekenen vanuit een tabel ( Uitleg );
  • som- en verschilgrafieken maken en gebruiken, ook met negatieve waarden ( Uitleg );
  • maximum en minimum aflezen ( Uitleg );
  • periodieke grafieken herkennen en gebruiken ( Uitleg ).

Voorkennis:

  • rekenen met decimale getallen ( );
  • de voorrangsregels bij het rekenen gebruiken ( );
  • het begrip negatief getal gebruiken ( Uitleg).

Opgave 1

Iemand heeft een gootsteen vol laten lopen. Je ziet daarvan de grafiek.

a

Waar is er in de grafiek sprake van: stijgen, dalen, constant.

b

Hoe lang is de waterhoogte constant? Hoe zie je dit aan de grafiek?

c

Hier staan drie uitspraken. Welke is fout?

  • A: De grafiek is stijgend, wanneer de kraan open staat.

  • B: De gootsteen loopt sneller leeg, dan dat hij gevuld wordt.

  • C: De gootsteen wordt sneller gevuld, dan dat hij leegloopt.

Opgave 2

De haringstand in de Noordzee liep de laatste jaren van de vorige eeuw en begin deze eeuw terug. Je ziet dat in de grafiek.

a

Welke grootheid is uitgezet op de verticale as? Waarom juist op die as?

b

Welke eenheden worden er gebruikt?

c

Hoeveel bedroeg de haringstand in 1998?

Opgave 3
dag stand
1 42425
2 42430
3 42438
4 42447
5 42455
6 42465
7 42474

Maria neemt een week lang elke dag om 20:00 uur de stand van de gasmeter (in m3) op. Ze wil hiervan een grafiek maken.

a

Wat is de eerste stap die ze moet zetten?

b

Welke grootheid komt op welke as en waarom?

c

Teken de complete grafiek met alle bijschriften.

d

Waarom kan deze grafiek nooit dalend zijn?

e

Wat is het nut van zo'n grafiek?

Opgave 4

In één assenstelsel kunnen meerdere grafieken staan.

a

Leg uit wanneer dat kan.

b

Hier zie je twee grafieken in hetzelfde assenstelsel. Teken een bijbehorende somgrafiek.

c

Teken ook een bijbehorende verschilgrafiek.

Opgave 5

Bekijk de gegevens van de vorige opgave over het aantal bezoekers van twee musea.

a

In welk jaar was volgens deze gegevens het aantal bezoekers van beide musea samen maximaal?

b

In welk jaar was volgens deze gegevens het verschil in bezoekersaantallen van beide musea minimaal?

Opgave 6

Hier zie je de waterstanden bij Schoonhoven van 06-02-2012.

a

Op welke tijdstippen was de waterhoogte die dag maximaal?

b

En op welke tijdstippen was het laag water?

c

De waterstand bij Schoonhoven is een periodiek verschijnsel. Welke periode heeft dit verschijnsel?

d

Op welke tijdstippen op 08-02-2012 was het weer hoog water?

verder | terug