Als er in uitdrukkingen haakjes voorkomen, kun je die wegwerken. Soms is dat handig
omdat de uitdrukking er eenvoudiger van wordt.
Je ziet in de figuur dat
`(x-2)(x+3)= x^2 + 3*x - 2*x - 2*3 = x^2 + x -6`
.
Werk in de volgende uitdrukkingen de haakjes weg (maak er eventueel zo'n figuur bij):
`(x+2)(x+5)`
`(x-2)(x+5)`
`(x-2)(x-5)`
`(2x+1)^2`
`x(2x+1)`
`(x+2)(x+5) = x*x + x*5 + 2*x + 2*5 = x^2 + 5x + 2x + 10 = x^2 + 7x + 10`
`(x-2)(x+5) = (x+text(-)2)(x+5) = x*x + x*5 + text(-)2*x + text(-)2*5 = x^2 + 3x - 10`
`(x-2)(x-5) = (x+text(-)2)(x+text(-)5) = x*x + x*text(-)5 + text(-)2*x + text(-)2*5 = x^2 - 7x - 10`
`(2x+1)^2 = (2x+1)(2x+1) = 2x*2x + 2x*1 + 1*2x + 1*1 = 4x^2 + 4x + 1`
`x(2x+1) = x*2x + x*1 = 2x^2 + x`
Werk in de volgende uitdrukkingen de haakjes uit en schrijf ze zo kort mogelijk.
`(x+3)(x+4)`
`(x+3)(x+4)`
`(2x+3)(4-3x)`
`(x-3)^2 - 9`
`2x(x-3) - 9`
Schrijf de volgende formules zo kort mogelijk.
`y = 2(x-4)(5-x)`
`K=3(p-3)+(p-3)^2`
`u = (t-4)(t+4)`