Werken met variabelen > Haakjes in formules
123456Haakjes in formules

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

v + 2 ... 1,5 s
De haakjes zijn nodig om aan te geven dat de optelling eerst moet.

b

Probeer maar eens een flink aantal gevallen en het blijkt steeds te kloppen. Kun je bedenken waarom deze twee formules dezelfde antwoorden geven?

Opgave V2

u = ( g 4 + 20 - 2 g ) / 2 = ( 2 g + 20 ) / 2 = g + 10

Opgave 1
a

De gehele rechthoek heeft een breedte van 2 en een lengte van p + 7 en dus een oppervakte van 2 ( p + 7 ) .
Die rechthoek bestaat uit twee kleinere rechthoeken, één van 2 bij p en één van 2 bij 7. Hij heeft dus ook een oppervlakte van 2 p + 2 7 .

b

3 ( a + 8 ) = 3 a + 3 8 = 3 a + 24

c

2 ( x - 5 ) = 2 x - 2 5 = 2 x - 10
Neem aan dat x langer is dan 5 en trek een rechthoek van 2 bij 5 af van een rechthoek van 2 bij x

d

a ( b + c ) = a b + a c = a b + a c

e

- a ( b - c ) = - a b - - a c = - a b + a c

Opgave 2
a

2 ( 2 x + 1 ) = 4 x + 2

b

3 ( x - 2 ) = 3 x - 6

c

- 2 ( x - 1 ) = - 2 x + 2

d

- 2 ( - x + 3 ) = 2 x - 6

d

Misschien leuk om een paar keer te oefenen.

Opgave 3
a

2 ( x + 3 ) = 2 x + 6

b

4 ( y - 3 ) = 2 y - 12

c

- 3 ( a + 4 ) = - 3 a - 12

d

- 4 ( p - 6 ) = - 4 p + 24

Opgave 4
a

Op de horizontale balk zie je x + 2 en op de verticale balk x + 3 .
Op het groene veld zie je x 2 , vijf keer een x en zes keer een 1.

b

( x - 2 ) ( x + 3 ) = ( x + - 2 ) ( x + 3 ) = x 2 + 3 x + - 2 x + - 6 = x 2 + x - 6

c

2 x ( x + 3 ) = 2 x 2 + 6 x

d

( x - 2 ) ( x - 3 ) = ( x + - 2 ) ( x + - 3 ) = x 2 + - 3 x + - 2 x + 6 = x 2 + - 5 x + 6 = x 2 - 5 x + 6

Opgave 5
a

( x + 2 ) ( x + 4 ) = x + 2 4 x + 2 x + 8 = x 2 + 6 x + 8

b

( x + 2 ) ( x - 4 ) = x - 2 4 x + 2 x - 8 = x 2 - 2 x - 8

c

x ( 3 x + 1 ) = 3 x 2 + x

d

( x + 2 ) ( y + 3 ) = x y + 2 y + 3 x + 6

e

( a - 1 ) ( a - 4 ) = a 2 - 4 a - 1 a + 4 = a 2 - 5 a + 4

f

( b + 4 ) ( b - 4 ) = b 2 - 4 b + 4 b - 16 = b 2 - 16

Opgave 6
a

4 ( k + 5 ) = 4 k + 4 5 = 4 k + 20

b

10 ( x - 3 ) = 10 x - 30

c

2 ( 1 - 2 x ) = 2 - 4 x

d

2 - ( 1 - 2 x ) = 2 - 1 ( 1 - 2 x ) = 2 - 1 + 2 x = 1 + 2 x

Opgave 7
a

`y = 2(x-4)-5 = 2x - 8 - 5 = 2x - 13`

b

`y = 2(x-4)-(5-x)= 2x - 8 - 5 + x = 3x - 13`

c

`K=3(p-3)+(p-3) = 3p-9+p-3 = 4p - 12`

d

`u = text(-)4(t+4) = text(-)4t + text(-)4*4 = text(-)4t - 16`

Opgave 8
a

`(x+3)(x+4) = x*x + x*4 + 3*x + 3*4 = x^2 + 7x + 12`

b

`(x+3)(x-4) = (x+3)(x+text(-)4) = x*x + x*text(-)4 + 3*x + 3*text(-)4 = x^2 - x - 12`

c

`(2x+3)(4-3x) = (2x+3)(4+text(-)3x) = 2x*4 + 2x*text(-)3x + 3*4 + 3*text(-)3x = text(-)6x^2 - x + 12`

d

`(x-3)^2 - 9 = (x+text(-)3)(x+text(-)3) - 9 = x^2 - 3x - 3x + 9 - 9 = x^2 - 6x`

e

`2x(x-3) - 9 = 2x^2 - 6x - 9`

Opgave 9
a

`y = 2(x-4)(5-x) = 2(5x - x^2 - 20 + 4x) = 2(text(-)x^2 + 9x - 20) = text(-)4x^2 + 18x - 40`

b

`K=3(p-3)+(p-3)^2 = 3p-9+p^2-6p+9 = p^2 - 3p`

c

`u = (t-4)(t+4) = t^2 -4t + 4t - 16 = t^2 - 16`

Opgave 10
a
`5(3x-6)` `=` `14x + 11`
haakjes wegwerken
`15x-30` `=` `14x + 11`
beide zijden `-14x`
`x-30` `=` `11`
beide zijden `+30`
`x` `=` `41`
b
`7 + 6x ` `=` ` 9(4x-10)`
haakjes wegwerken
`7 + 6x ` `=` ` 36x-90`
beide zijden `-36x`
`7 -30x` `=` `text(-) 90`
beide zijden `-7`
`text(-) 30x ` `=` `text(-) 97`
beide zijden `: text(-)30`
`x ` `=` ` 97/30`
c
`2 (x+3 )+6 x` `=` `14`
haakjes wegwerken
`2x+6+6 x` `=` `14`
herleid
`8x+6` `=` `14`
beide zijden `-6`
`8x` `=` `8`
beide zijden `:8`
`x` `=` `1`
d
`3 (x-4 )+16 ` `=` `x+20`
haakjes wegwerken
`3x-12+16 ` `=` `x+20`
herleid
`3x+4` `=` `x+20`
beide zijden `-x`
`2x+4` `=` `20`
beide zijden `-4`
`2x` `=` `16`
beide zijden `:2`
`x` `=` `8`
Opgave 11
a
`9(a-5)` `=` `3(a+2)`
`9a-45` `=` `3a+6`
`9a` `=` `3a+51`
`6a` `=` `51`
`a` `=` `51/6`
`a` `=` `8,5`
b
`8(2b + 1/2) ` `=` ` 4(7 - 2b)`
`16b+4 ` `=` ` 28 - 8b`
`16b` `=` `24-8b`
`24b` `=` `24`
`b` `=` `1`
c
`(a+2)(a+7)` `=` `(a+3)(a+4)`
`a^2+7a+2a+14` `=` `a^2+4a+3a+12`
`a^2+9a+14` `=` `a^2+7a+12`
`9a+14` `=` `7a+12`
`9a` `=` `7a-2`
`2a` `=` `text(-)2`
`a` `=` `text(-)1`
d
`(8 - b)(b + 4)` `=` `(b - 3)(9 - b)`
`8b+32-b^2-4b` `=` `9b-b^2-27+3b`
`4b+32-b^2` `=` `12b-b^2-27`
`4b+32` `=` `12b-27`
`4b+59` `=` `12b`
`59` `=` `8b`
`b` `=` `59/8 = 7 3/8`
Opgave 12
a

50 - x

b

1 x + 51 ( 50 - x ) = 1000

c

De uitwerking:

x + 51 ( 50 - x ) = 1000
x + 2550 - 51 x = 1000
2550 - 50 x = 1000
- 50 x = - 1550
x = 31
d

31 kippen en 19 geiten.

Opgave 13
a

10 p + 3 = 10 p + 30

b

5 ( 2 - 6 x ) = 10 - 30 x

c

3 ( 2 a + 3 ) - ( 6 a - 9 ) = 6 a + 9 - 6 a + 9 = 18

d

( a - 2 ) ( a + 5 ) = a 2 + 5 a - 2 a - 10 = a 2 + 3 a - 10

e

3 ( b + 1 ) ( b - 4 ) = 3 ( b 2 - 3 b - 4 ) = 3 b 2 - 9 b - 12

f

( 2 c - 5 ) 2 = ( 2 c - 5 ) ( 2 c - 5 ) = 4 c 2 - 10 c - 10 c + 25 = 4 c 2 - 20 c + 25

Opgave 14
a
4 ( 2 a + 3 ) = 14 a
2 a + 3 = 3,5 a
3 = 1,5 a
a = 2
b
6 - 2 ( 2 x - 1 ) = 30
6 - 4 x + 2 = 30
8 - 4 x = 30
- 4 x = 22
x = - 5,5
c
2 ( k + 5 ) = - 4 ( k - 8 )
2 k + 10 = - 4 k + 32
6 k = 22
g = 11 3
d
3 ( x + 1 ) - 2 ( x - 4 ) = 1
3 x + 3 - 2 x + 8 = 1
x + 11 = 1
x = - 10
Opgave 15
a

250 stuks van soort B. Het totale bedrag klopt nu echter niet.

b

15 a + 12 ( 300 - a ) = 4320

c

Eerst de haakjes uitwerken geeft: 3 a + 3600 = 4320 en dus is 3 a = 720 en a = 240 .

d

240 machines van soort A en 60 van soort B.

Opgave 16
a

x ( x + 12 ) = ( x + 4 ) ( x + 5 )

b

x ( x + 12 ) = ( x + 4 ) ( x + 5 ) geeft x 2 + 12 x = x 2 + 9 x + 20 en dus 12 x = 9 x + 20. Dit geeft 3 x = 10 en x = 10 3 .

c

3 1 3 15 1 3 = 61 4 9 .

Opgave 17
a

Maartje was drie jaar geleden x - 3 jaar. Arnoud is nu 36 - x jaar.

b

36 - x = 2 ( x - 3 )

c

Eerst de haakjes uitwerken geeft: 36 - x = 2 x - 6 en dus is 42 = 3 x en x = 14 .

d

Maartje is 14 jaar en Arnoud 22.

Opgave 18
a
b

( x - 3 ) ( x + 4 ) = x 2 + x - 12

c

97 104 = 10088 dus 88 m2.

d

x 2 + x - 12 = x 2 geeft x = 12.

Opgave 19Schapen houden
Schapen houden

Als de breedte van het hek bij A gelijk is aan x m, dan heeft het hek bij B een breedte van 2,20 - x en dat bij D een breedte van 2,00 - x .
Het hek bij C is dan 1,40 - ( 2,20 - x ) = - 0,80 + x .
De hekken bij C en bij D zijn even groot: 2,00 - x = - 0,80 + x .
Deze vergelijking kun je zelf wel oplossen: x = 1,40 .
De breedte van alle hekken bepaal je nu gemakkelijk zelf, het pad naar de schaapskooi wordt `1,40` m breed.

Opgave 20Leeftijd raden
Leeftijd raden

Als m het nummer van de maand is, krijg je eerst 5 m , dan 5 m + 6 en vervolgens 4 ( 5 m + 6 ) .
Dit wordt na haakjes uitwerken: 20 m + 24 .
Daarna krijg je 20 m + 25 en 5 ( 20 m + 25 ) = 100 m + 125 .
En dan maak je daarvan 100 m + 125 + j - 125 = 100 m + j als j het nummer van de dag is waarop je jarig bent.

Ben je op 23 november jarig dan geeft 10 m + j het getal 1123. (Ga maar na...)

Opgave 21Leeftijdsverschil
Leeftijdsverschil
a

91 - 60 = 31

b

Nu is hun leeftijdsverschil 29 jaar. Toen was hun leeftijdsverschil maar 5 jaar. Dat kan niet, hun leeftijdsverschil verandert niet!

c

In de buurt van de 50 jaar. Zij is dan 41.
En toen hij 41 was, zou zij 26 zijn geweest. Dit klopt nog steeds niet precies, maar het klopt al beter dan de schatting van 20 jaar.

d

De vrouw is nu 91 - x.

e

Vroeger was de man 91 - x en de vrouw 26.
Hun leeftijdsverschil is niet veranderd, dus: x - ( 91 - x ) = ( 91 - x ) - 26.

f

Je vindt dat de man 52 jaar en de vrouw 39 jaar oud zijn.

Opgave 22
a

`3x+12`

b

`x`

c

`x^2+6 x+8`

d

`x^2-2 x-8`

e

`xy+3 x+2 y+6`

f

`a^2-5 a+4`

Opgave 23
a

`a = 3`

b

`b = 54/16 = 27/8`

Opgave 24
a

oppervlakte: `(x+4)(x+3)`

b

oppervlakte: `(x+11)(x-2)`

c

`x=17`

d

420 m2

verder | terug