Deze hijskraan kan zware lasten tillen. De last hangt aan een katrol die langs de arm beweegt. De afstand van de plek waaronder de katrol hangt tot het steunpunt van de arm heet de armlengte .
Het grootste gewicht dat deze kraan kan tillen hangt af van de armlengte.
Voor deze kraan geldt: .
Hierin is in kg en in m.
Op welke afstand van de kraan kan een gewicht van ton ( kg) nog hangen?
Gebruik de gegeven formule uit de tekst hierboven.
Welke ongelijkheid moet er worden opgelost?
Los de bijbehorende vergelijking op.
Welk antwoord geef je nu op de vraag die wordt gesteld?
Om een stapel stenen naar de goede plek te hijsen moet hij m van het steunpunt van de draaiarm kunnen hangen. Hoe zwaar mag die stapel stenen hoogstens zijn?