De vergelijking `1,5 ( x - 1 ) ^2 - 4 = 5` kun je oplossen door terugrekenen.
Eerst maak je een rekenschema:
Daarbij past een terugrekenschema. Vul meteen de getallen in:
De exacte oplossing van de vergelijking is: `x = text(-)sqrt( 6 ) + 1 vv x = sqrt( 6 ) + 1` .
Soms wordt een benadering gevraagd. In dat geval benader je met de rekenmachine deze twee waarden in het gewenste aantal decimalen nauwkeurig.
De grafiek van `y = text(-)0,5 ( x + 1 ) ^2 + 5` heeft twee nulpunten.
Welke vergelijking moet je oplossen om de nulpunten te vinden?
Los de vergelijking op. Gebruik een terugrekenschema.
Welke coördinaten hebben de snijpunten met de `x` -as?
Hoeveel oplossingen heeft de vergelijking `text(-)0,5 ( x + 1 ) ^2 + 5 = 5` ?
Bepaal de oplossing(en) van de vergelijking bij d. Heb je voor het bepalen van die oplossing(en) een terugrekenschema nodig?
Los de volgende vergelijkingen exact op.
`x^2 = 17`
`2,5 x^2 = 50`
`2,5 x^2 + 5 = 10`
`5 ( x - 8,5 ) ^2 - 12,5 = 100`