cijfer | frequentie |
4 | |
5 | |
6 | |
7 | |
8 | |
9 | |
totaal |
Een frequentietabel is vooral handig bij het berekenen van het gemiddelde. Neem de frequentietabel voor de rapportcijfers van het vak "Science" als voorbeeld.
Om het gemiddelde uit te rekenen moet je alle cijfers optellen en delen door . Daarbij moet je rekening houden met de frequentie, dus hoe vaak een cijfer voorkomt. Het is handig om dan een kolom "cijfer × frequentie" te maken.
De frequentietabel wordt dan:
cijfer | frequentie | frequentie × cijfer |
4 | 1 | |
5 | 4 | |
6 | 9 | |
7 | 11 | |
8 | 3 | |
9 | 1 | |
totaal |
Het gemiddelde is .
Bekijk
Bereken zelf het gemiddelde rapportcijfers van klas B1H voor engels met behulp van de frequentietabel.
Waarom is er eigenlijk sprake van een gewogen gemiddelde als je met een frequentietabel werkt?
Waarom is er geen sprake van een gewogen gemiddelde als je zonder frequentietabel werkt?
Je kunt het gemiddelde cijfer ook goed berekenen met behulp van relatieve frequenties.
Laat aan de hand van de rapportcijfers voor engels van B1H zien hoe dat gaat.
Waarom is nu het achteraf delen door het totaal van de frequenties niet nodig?