Van een roosterpunt zijn beide coördinaten gehele getallen.
Punt
`A(4,2)`
is een roosterpunt.
Punt
`O(0,0)`
is ook een roosterpunt.
Punt
`B`
ligt niet op het snijpunt van twee roosterlijnen.
Punt
`B`
is dus geen roosterpunt. Je schrijft
`B(2;1,7)`
.
Tussen de coördinaten staat een
";"
in plaats van een
","
.
Werk weer met de applet in de
Maak daarmee de punten
`(5;3,2)`
,
`(5,3;2)`
,
`(7,5;0)`
,
`(0,5;7)`
,
`(0;5,7)`
,
`(14,2;6,5)`
.
(LET OP: In de applet wordt de decimale punt in plaats van de decimale komma gebruikt.
Puntkomma is dan overbodig!)
Hier zie je een rooster waarop een assenstelsel is getekend. Verder staan er een aantal punten aangegeven.
Neem de figuur over en schrijf de coördinaten van de getekende punten op.
Welke van deze punten zijn roosterpunten?
Teken een lijnstuk tussen de punten `A` en `B` . Welke roosterpunten liggen er nog meer op dat lijnstuk? Schrijf hun coördinaten op.
Welk punt met `x` -coördinaat `4` ligt op lijnstuk `AB` ?
Welk punt met `y` -coördinaat `2,5` ligt op lijnstuk `AB` ?
In dit assenstelsel is een deel van rechthoek `ABCD` getekend.
Schrijf de coördinaten van de getekende punten op.
Maak rechthoek `ABCD` af.
Schrijf de coördinaten op van punt `D` .
Het snijpunt van de diagonalen van deze rechthoek is `S` . Schrijf de coördinaten op van punt `S` .