Reken om.
`321` dm2 `= ...` m2
`15540` m2 `= ...` km2
`34,1` dm2 `= ...` mm2
`12,5` km2 `= ...` m2
`31` mm2 `= ...` m2
`12.345` cm2 `= ...` dam2
Oefen met een medeleerling in het
De voorvoegsels worden bij oppervlaktematen eigenlijk op een wat merkwaardige manier
gebruikt.
Met cm2 bedoel je eigenlijk (cm)2, terwijl er centi-m2 staat.
Licht dit met een voorbeeld toe.
In de omrekenmachine kun je `1` vierkante centimeter invoeren als 1 cmˆ2 en niet als `1` centi.mˆ2. Dus `1` vierkante centimeter is wat anders dan `1` centi vierkante meter.
Leg het verschil uit.
Met de omrekenmachine kun je `1` cm2 wel zo invoeren `1` centiˆ2.mˆ2. Ga dit na.
Het heeft geregend en op het platte dak van een school staat een laag water, op elke m2 dak ligt wel `40` liter water.
Hoeveel liter water ligt er dan op elke cm2 van het dak?
De dakoppervlakte van de school is ongeveer `0,6` hm2.
Hoeveel liter water ligt er in totaal op het dak van de school?