Je ziet hier en op het werkblad zes keer dezelfde balk van `5` bij `4` bij `4` cm getekend.
Teken in elke figuur een ander diagonaalvlak.
Veel diagonaalvlakken hebben dezelfde afmetingen. Maar niet allemaal.
Hoeveel echt verschillende diagonaalvlakken zijn er?
Teken de echt verschillende diagonaalvlakken op ware grootte en ga na dat in alle deze figuren de lichaamsdiagonaal van de balk hetzelfde is.
Als de balk van hout is en je zaagt hem langs alle zes de diagonaalvlakken door, hoeveel delen heb je dan na het zagen?
Welke vorm (en afmetingen) heeft zo'n deel van deze balk? Maak een uitslag van één zo'n deel.
De minimale afmetingen van een schoollokaal zijn `7,2` m bij `7,2` m bij `3` m. Ga uit van een schoollokaal dat de vorm van een balk en deze minimale afmetingen heeft.
Hoe lang kan de langste paal zijn die nog in dit lokaal past?
Van een vierzijdige piramide zijn alle ribben `6` cm.
Teken een uitslag van deze piramide.
Berereken de totale oppervlakte van deze piramide, dus de oppervlakte van alle grensvlakken samen. Licht je antwoord toe.
In dit prisma is een diagonaalvlak getekend. Het prisma is `5` cm hoog en het grondvlak is er op ware grootte naast getekend.
Hoeveel diagonaalvlakken van dit prisma hebben de vorm van een rechthoek?
Teken het kleinste rechthoekige diagonaalvlak op ware grootte.
Hoe lang is de kortste lichaamsdiagonaal in dit prisma?
Hoeveel echt verschillende diagonaalvlakken heeft dit prisma?