Symmetrie > Draaisymmetrie
123456Draaisymmetrie

Voorbeeld 3

Hier zie je een punt A ( a , b ) in een assenstelsel. A 1 is zijn beeldpunt bij draaien om punt O ( 0 , 0 ) over 90°.

Met de schuifbalkjes kun je de punt A verplaatsen.
Ga na:

  • Bij draaiing om O ( 0 , 0 ) over 90° is het beeldpunt van elk punt A ( a , b ) gelijk aan A 1 ( - b , a ) .

  • Bij draaiing om O ( 0 , 0 ) over -90° is het beeldpunt van elk punt A ( a , b ) gelijk aan A 1 ( b , - a ) .

Opgave 8

Gebruik de applet in Voorbeeld 3. Er is sprake van draaiing om O over een hoek van 90°.

a

Welke coördinaten heeft het beeldpunt van A ( 3 , 2 ) ? En van A ( 1,5 ; -1 ) ?

b

Welke coördinaten heeft het beeldpunt van A ( a , b ) ? Controleer dit voor meerdere waarden van a en b.

Stel nu een draaiing om O over -90° in.

c

Welke coördinaten heeft het beeldpunt van A ( 3 , 2 ) ? En van A ( 1,5 ; -1 ) ?

d

Welke coördinaten heeft het beeldpunt van A ( a , b ) ? Controleer dit voor meerdere waarden van a en b.

e

Wat is de beeldfiguur van de x-as bij draaiing om O over -90°?

Opgave 9

Het beeldpunt van A ( a , b ) bij draaiing om punt P over 90° is A ( 5 b , a 1 ) .

Bepaal de coördinaten van P.

verder | terug