Je kunt gehele getallen en decimale getallen door elkaar delen.
Het quotiënt van
`15`
en
`5`
is
`3`
want
`15 : 5 = 3`
Het quotiënt van `23` en `5` is `4,6` want `23 : 5 = 4,6`
Het quotiënt van `17` en `0,5` is `34` want `17 : 0,5 = 34`
Hoeveel broden van € 1,75 kun je voor € 28,00 kopen?
Je moet delen om het antwoord te vinden:
`28,00 : 1,75 = 16`
Het quotiënt van
`28,00`
en
`1,75`
is
`16`
.
Voor € 28,00 kun je
`16`
broden kopen.
Wat wordt er bedoeld met het qoutiënt van twee getallen?
Is 4 het quotiënt van 12 en 3?
ja
nee
Is het 2,4 het quotiënt van 8,4 en 4?
ja
nee
Hoeveel decimalen heeft het quotiënt van 38,22 en 7,35?
één
twee
drie
Bereken met je rekenmachine.
`7252 : 28`
`45,85 : 5`
`240,8 : 4,3`
`696:2,5`
Bereken met je rekenmachine.
`76,5 : 4,5`
`37,12 : 23,2`
`2,56 : 1,6`
`333 : 11,1`
Aan het eind van het schooljaar gaat klas 1E naar het zwembad. Eén kaartje kost € 3,45.
De leraar moet voor alle leerlingen samen € 96,60 betalen.
Hoeveel leerlingen zitten er in klas 1E?