Gegeven is de functie `text(f)` met voorschrift `text(f)(x) = 4 - x^2` .
Bereken `text(f)(0)` , `text(f)(1)` en `text(f)(text(-)3)` .
Welke vorm heeft de grafiek van `text(f)` ? Is er van een maximum of een minimum sprake?
Bereken de nulpunten van `text(f)` .
Voor de functie `text(g)` geldt `text(g)(x) = 2x + 1` .
Bereken de snijpunten van de grafieken van `text(f)` en `text(g)` .
Bij welke van de volgende formules kun je `y` schrijven als een functie van `x` ?
`2x + 3y = 6` .
`x^2 + 3y = 6` .
`2x + y^2 = 6` .
`x^2 + y^2 = 6` .