Afgeleide functies > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Testen

Opgave 1

Differentieer de volgende functies:

a

f ( x ) = 4 x 5 - 12 x 2 + 60 x + 100

b

E ( t ) = 1 + t + t 2 2 + t 3 6 + t 4 24

c

f ( x ) = ( a x + b ) 2

d

G T K ( q ) = 0,5 q 3 + 20 q 2 + 60 q q

Opgave 2

Bekijk de grafiek van f ( x ) = 2 x 3 - x 4 op het interval [ -1,5 ; 2,5 ] .

a

De grafiek heeft twee punten waarin de raaklijn horizontaal loopt. Toon met behulp van differentiëren aan, dat er toch maar één extreme waarde is.

b

De grafiek van f heeft behalve ( 0 , 0 ) nog een buigpunt. Bereken de coördinaten van dat punt.

c

Stel de raaklijn op aan de grafiek in het bij b bedoelde buigpunt.

Opgave 3

Gegeven zijn de functie f met f ( x ) = 0,5 x 3 - 2 x .

a

Bereken de extremen van deze functie met behulp van differentiëren.

b

Laat zien dat ( 0 , 0 ) het buigpunt is van de grafiek van f .

c

Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van f in het buigpunt.

Opgave 4

Een fabriek produceert opvouwbare autopeds voor volwassenen als vervoermiddel in grotere bedrijfshallen. Het bedrijf heeft als enige producent een monopoliepositie. Daarom hangt hun afzet q (in duizendtallen) uitsluitend af van de prijs p in euro: q = 12 - 0,1 p . De kosten voor de productie van deze autopeds zijn gegeven door een door de bedrijfswiskundige opgesteld model: T K = 1,5 q 3 - 22,5 q 2 + 120 q . Hierin is T K gegeven in duizendtallen euro.

a

Toon aan dat geldt: p = 120 - 10 q . Welke waarden kan q aannemen?

b

Stel een formule op voor de opbrengst T O als functie van q .

c

Stel een formule op voor de winst T W als functie van de afzet q .

d

Bepaal met behulp van differentiëren de prijs van één autoped bij maximale winst.

e

Geef een formule voor de gemiddelde totale kosten G T K als functie van q . Bepaal met behulp van differentiëren bij welke afzet G T K minimaal is.

Opgave 5

Gegeven zijn de functies: f ( x ) = ( x 2 - 4 ) ( 2 x + 1 ) en g ( x ) = x 2 - 4 .

a

Bepaal algebraïsch de nulpunten en de toppen van de grafiek van f .

b

Los op: f ( x ) > g ( x ) .

verder | terug