De afgeleide van een functie is te bepalen door naar te laten naderen in het differentiequotiënt:
Meestal bepaal je de afgeleide niet op deze manier, maar door te differentiëren. Je kent al een aantal differentieerregels:
Differentieerregel 1 (machtsregel):
Als dan is voor elke en voor gehele positieve .
Differentieerregel 2 (constante-regel):
Als dan is .
Differentieerregel 3 (somregel):
Als dan is .
Deze differentieerergels bewijzen goede diensten bij het berekenen van hellingwaarden van functies die bestaan uit een som (verschil) van machtsfuncties met positieve gehele exponenten. Heb je daarentegen met andere functies te maken, dan zijn ook andere differentieerregels nodig.