Differentieerregels > De productregel
123456De productregel

Testen

Opgave 12

Bepaal de afgeleide van de volgende functies:

a

f ( x ) = 6 x ( 1 + x 2 ) 3

b

H ( t ) = t 1 - t 2

c

y ( x ) = ( a x - 4 ) 2 ( 6 - x ) 3

d

g ( x ) = 1 + x

Opgave 13

Gegeven is de functie f ( x ) = x 2 - 4 x x + 4 x

a

Bepaal de nulwaarden van f .

b

Bereken algebraïsch de extremen van f .

Opgave 14

Gegeven is de functie f ( x ) = x ( x 2 - 10 ) 3 .

Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van f voor x = 0 .

verder | terug