Een blikfabriek maakt onder andere cilindervormige blikken voor de conservenindustrie.
Er is veel vraag naar blikken met een inhoud van liter. Voor de fabrikant is het belangrijk dat daar zo min mogelijk blik voor nodig
is, dan blijven zijn kosten laag.
Welke afmetingen zal hij zijn literblikken geven?
Neem aan dat elk blik zuiver cilindrisch is en dat de benodigde hoeveelheid blik gelijk
is aan de totale oppervlakte van het blik. De twee bepalende variabelen zijn dan de
straal van (het grondvlak van) het blik en de hoogte h, neem beide in cm. Het gegeven betreft de inhoud van een blik ( L = cm3), de eis betreft de oppervlakte die minimaal moet zijn.
Voor de inhoud van een cilinder geldt: .
Voor de oppervlakte van een cilinder geldt: .
Ga dat na.
Met vind je en dus: .
Als je nu in de formule voor deze uitdrukking invult voor , dan vind je: .
Met behulp van differentiëren of de GR vind je nu dat voor cm en cm de totale oppervlakte minimaal is.
Bekijk het probleem in
Probeer eerst om (zonder naar het antwoord te kijken) zelf een oplossing te vinden.
Bekijk nu de oplossing. Als je zelf een andere of geen oplossing hebt gevonden, probeer dan zelf de formule voor af te leiden.
Bereken met behulp van differentiëren voor welke de waarde van minimaal is.