Treinreizigers die op het station te U. uitstappen, kunnen de uitgang van het station alleen bereiken via een voetgangerstunnel. De tunnel is meter lang en meter breed. De snelheid van de voetgangersstroom in de tunnel is afhankelijk van de drukte. Een maat voor de drukte is de module, dat is het gemiddelde aantal vierkante meter per voetganger.
Op zeker moment bevinden zich mensen in de tunnel, die allen in de richting van de uitgang lopen. Bereken voor deze situatie de module.
Het verband tussen de snelheid van de voetgangersstroom V en de module M wordt gegeven
door de formule
met in meter per minuut en in m2 per voetganger.
Bereken de module bij een snelheid van m per minuut. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
Wanneer een voetganger ongehinderd kan lopen, is zijn snelheid ongeveer km/h. Onderzoek of dat in overeenstemming is met de formule.
Er bestaat een verband tussen de waarde van en het aantal voetgangers dat per minuut de tunnel verlaat (). Het verband tussen en staat grafisch weergegeven in de figuur. Schat zo nauwkeurig mogelijk hoeveel mensen er per minuut de tunnel verlaten in het geval dat de snelheid van de voetgangersstroom m per minuut is.
Een belangrijk gegeven bij het ontwerpen van een tunnel is het maximale aantal mensen dat in korte tijd kan worden verwerkt. Bij welke snelheid is het aantal voetgangers dat per minuut de tunnel verlaat maximaal? Licht je antwoord toe.
(bron: examen wiskunde A havo 1989, tweede tijdvak)