Voor de hoeveelheid bacteriën $B$ in een petrischaaltje na $t$ uur geldt $B=6\cdot 2^t$ met $t$ in uren.
Na hoeveel uur (in minuten nauwkeurig) zijn er $120$ gram bacteriën?

Deze vraag kun je vertalen in het oplossen van de vergelijking $6\cdot 2^t=120$.
Ofwel: $2^t=20$.
Een dergelijke vergelijking los je op dit moment nog op met de grafische rekenmachine.
De oplossing is $t\approx \mathrm{4,322}$.
De exacte oplossing noem je de logaritme van $$ voor het grondtal $2$.
Dit schrijf je als $t={}^{2}log(20)$.

In het algemeen wordt de oplossing van een exponentiële vergelijking een logaritme genoemd.
Omdat exponentiële functies altijd stijgend (grondtal groter dan $1$) of altijd dalend zijn (grondtal tussen $0$ en $1$) heeft een vergelijking als $g^x=a$ precies één oplossing:
$x={}^{g}log(a)$ als $a>0$ (en anders geen).
Vooralsnog kun je deze oplossingen meestal alleen nog vinden door de intersect-functie van je GR te gebruiken.