Logaritmische functies > Logaritmische schaal
123456Logaritmische schaal

Uitleg

Bij bacteriegroei in een petrischaaltje kan het verloop van het geschatte aantal bacteriën B in gram worden gegeven door de formule B = 600 2 t met t in uren en t = 0 om 12:00 uur.
Hier zie je een grafiek van B als functie van t. Op de B-as is een zogenaamde logaritmische schaalverdeling gebruikt.

In plaats van een lineaire verdeling zoals 0, 1, 2, 3, 4, enz., zet je dan de machten van 10 neer: 10 0 , 10 1 , 10 2 , 10 3 , 10 4 , enz.

Om nu de uitkomsten voor B op de juiste plek te zetten gebruik je een 10-logaritme. Bijvoorbeeld op t = 12 heb je B = 600 2 12 = 2457600 bacteriën. Dat getal ligt tussen 10 6 en 10 7 . De logaritme van dit getal is: log ( 2457600 ) 6,39 .
Je zet het daarom op 6,39 eenheden boven de horizontale as, bij 10 6,39 dus.

Gebruik je op de verticale as een logaritmische schaal en op de horizontale as een gewone lineaire schaal, dan wordt de grafiek van een exponentiële functie telkens een rechte lijn. In Excel kun je gemakkelijk grafieken maken met een logaritmische schaal.

Opgave 2

In de Uitleg werd voor de grafiek van de exponentiele functie B ( t ) = 600 2 t op de B -as een speciale schaalverdeling gebruikt.

a

Zijn op deze schaalverdeling de afstanden tussen twee maatstreepjes steeds even groot?.

b

Laat zien dat de punten die horen bij B ( 5 ) en B ( 10 ) goed zijn getekend.

In feite staat op de verticale as de waarde van B op de plek van log ( B ) .
Neem maar eens een gewoon stuk roosterpapier en maak een assenstelsel met log ( B ) uitgezet tegen t .

c

Maak eerst een tabel van log ( B ) afhankelijk van t .

d

Zet de bijbehorende punten in je assenstelsel. Als het goed is krijg je een rechte lijn als grafiek.

e

Met de eigenschappen van logaritmen kun je laten zien, dat log ( B ) ook echt een lineaire functie van t is. Toon aan dat B = 600 2 t is te herschrijven tot log ( B ) = log ( 2 ) t + log ( 600 ) .

Opgave 3

Gegeven de functie f ( x ) = 2 3 x .

a

Maak een grafiek van log ( y ) uitgezet tegen x . Neem x van 0 tot 15.

b

Vervang de getallen op de verticale as door de bijbehorende y -waarden. Je krijgt dan weer een grafiek van y als functie van x , maar nu met een logaritmische schaal op de verticale as.

c

Lees uit de laatste grafiek af hoe groot f ( 10 ) is en controleer het antwoord met het gegeven functievoorschrift.

d

Laat zien, dat log ( y ) een lineaire functie is van x .

verder | terug