Machtsfuncties > Veeltermen
123456Veeltermen

Voorbeeld 3

Een landbouwer verbouwt bieten. Bieten moet je vrij houden van onkruid, dat heet "wieden". Hoe meer mensen gaan wieden, hoe beter de bieten groeien. Maar als er weer te veel mensen gaan wieden lopen ze elkaar in de weg en vertrappen ze de bietenplantjes zelf. De oogst Q (in honderden kg bieten) hangt af van het aantal werkers w volgens de formule Q = -0,5 w 3 + 9 w 2 .
Hoeveel bietenwieders kan deze landbouwer het beste inzetten?

> antwoord

Bekijk eerst de grafiek van deze functie.
Omdat Q niet negatief kan zijn en de nulwaarden w = 0 en w = 18 zijn, heeft de functie Q ( w ) als domein [ 0 , 18 ] . De grafiek ziet er zo uit met een venster van [ 0 , 18 ] bij [ 0 , 500 ] .

Op de vraag zijn twee antwoorden mogelijk:

  • Als de boer een maximale oogst nastreeft, dan kan hij het beste 12 bietenwieders inzetten.

  • Als de boer zijn werkers zo efficiĆ«nt mogelijk wil inzetten (die kosten immers geld!) dan kan hij beter 7 werkers aan het werk laten. Want vanaf de achtste werker wordt de toename van de oogst kleiner. (Bekijk eventueel een tabel van deze functie.)

Opgave 7

In Voorbeeld 3 zie je een praktijkvoorbeeld waarin een derdegraads functie voorkomt.

a

Breng zelf de grafiek in beeld.

b

Licht de mogelijke antwoorden op de vraag met behulp van de grafiek en de bijpassende tabel toe.

verder | terug