Periodieke functies > Sinusfuncties
1234567Sinusfuncties

Voorbeeld 3

Los op: 3 sin ( x ) + 1 < 0 .

> antwoord

Je kunt de grafiek van de functie y = 3 sin ( x ) + 1 bekijken met je grafische rekenmachine. Het gaat bij de vergelijking 3 sin ( x ) + 1 = 0 om de nulwaarden van deze functie, dat zijn er oneindig veel.

De vergelijking 3 sin ( x ) + 1 = 0 herleid je tot sin ( x ) = - 1 3 .

De oplossingen hiervan zijn: x = arcsin ( - 1 3 ) + k 2 π x = π arcsin ( - 1 3 ) + k 2 π .
In drie decimalen nauwkeurig: x -0,340 + k 2 π x = 3,841 + k 2 π .

In de grafiek zie je dat de functiewaarden negatief zijn als x tussen 3,841 en -0,340 + 2 π inligt, dus voor 3,841 < x < 5,943 .
De oplossing van de ongelijkheid is nu: 3,841 + k 2 π < x < 5,943 + k 2 π .

Opgave 6

Bestudeer Voorbeeld 3. Je werkt daarin met de grafiek van de functie f ( x ) = 3 sin ( x ) + 1 .

a

Breng zelf deze grafiek in beeld op [ - 2 π , 4 π ] .

b

Los f ( x ) < 2 op met benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.

c

Waarom kun je f ( x ) = 5 niet oplossen?

Opgave 7

Los op [ - 2 π , 2 π ] op: 2 sin ( x ) -1,5 .

Opgave 8

Los exact op: sin ( 2 x ) = sin ( 1 12 π ) .

verder | terug