Periodieke functies > Cosinusfuncties
1234567Cosinusfuncties

Voorbeeld 2

Los op: cos ( x ) = -0,8 .

> antwoord

Bekijk een deel van de standaard cosinusgrafiek en zet er de lijn y 2 = -0,8 bij in. Zorg dat in ieder geval een hele periode zichtbaar is.

Een oplossing is: x = arccos ( -0,8 ) 2,498 (een exacte uitkomst is er niet).
De tweede oplossing binnen een periode is: x = - arccos ( -0,8 ) -2,498 .

Alle verdere oplossingen zijn nu te vinden door bij deze twee oplossingen een veelvoud van de periode op te tellen:
x 2,498 + k 2 π x -2,498 + k 2 π een wilekeurig geheel getal.

Opgave 5

Bestudeer Voorbeeld 3. Je werkt daarin met de grafiek van de functie f ( x ) = 3 cos ( x ) + 1 .

a

Breng zelf deze grafiek in beeld op [ -2 π,4 π ] .

b

Los f ( x ) < 2 op met benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.

c

Waarom kun je f ( x ) = 5 niet oplossen?

verder | terug