Je hebt leren werken met de functies en (met in radialen). Als je op deze functies transformaties toepast, krijg je andere periodes en kunnen de grafieken om een andere lijn dan de -as gaan slingeren met een andere uitwijking. Dat is belangrijk omdat de sinusfunctie en de cosinusfunctie dan kunnen worden gebruikt om periodieke verschijnselen meer in het algemeen te beschrijven. Functies die door transformatie ontstaan uit noem je sinusoïden.
Je leert in dit onderwerp:
de grafieken van en tekenen;
de vergelijkingen en oplossen.
Voorkennis:
de grafieken van en tekenen met in radialen;
de vergelijkingen en oplossen als een constante is.