Periodieke functies > Sinusoïden
1234567Sinusoïden

Voorbeeld 1

Je ziet hier een deel van de grafiek van y = 2 sin ( 3 x ) .
Bereken de periode en alle toppen van deze sinusoïde.

> antwoord

De variabele x wordt eerst vermenigvuldigd met 3.
Dan is de periode 2 π 3 .

De amplitude is 2 en de grafiek is niet omhoog geschoven.
Het maximum is dus 2.
De maxima van de standaard sinusgrafiek zitten bij x = 1 2 π + k 2 π .
Dus vind je de maxima van deze grafiek als 3 x = 1 2 π + k 2 π .
Links en rechts door 3 delen geeft: x = 1 6 π + k 2 3 π .
En dat klopt netjes met de berekende periode.

Het minimum is -2.
Die minima vind je als 3 x = 1 1 2 π + k 2 π .
Dus de minima zitten bij: x = 1 2 π + k 2 3 π .

Opgave 4

Je ziet hier een deel van de grafiek van y = 10 sin ( 4 x ) + 5 .

Bereken de periode en alle toppen van deze sinusoïde en zorg dat je de grafiek ook zo in beeld krijgt.
Bekijk eventueel eerst Voorbeeld 1.

verder | terug