Periodieke functies > Sinusoïden
1234567Sinusoïden

Uitleg

Bekijk de applet: Sinusoïde

Je kunt met de applet de grafiek van de functie g ( x ) = a sin ( b ( x + c ) ) + d maken. Deze grafiek ontstaat door transformatie uit die van f ( x ) = sin ( x ) . De grafiek van g noem je een sinusoïde.

  • a verandert de maximale uitwijking, de amplitude is a;

  • b verandert de periode, de periode is 2 π b ;

  • c zorgt voor een horizontale verschuiving over - c;

  • d verandert de evenwichtslijn, die is y = d .

Maak de grafiek van de sinusoïde g ( x ) = 1,5 sin ( 2 ( x 1 ) ) + 0,5 . Je ziet:

  • de amplitude is 1,5;

  • de evenwichtslijn is y = 0,5 ;

  • de periode is 2 π 2 = π ;

  • de horizontale verschuiving is 1.

Het bereik is daarom B g = [ 0,5 1,5 ; 0,5 + 1,5 ] = [ -1 , 2 ] .
De toppen van g zijn te beredeneren vanuit de bovenstaande vier gegevens. Bijvoorbeeld is de x-waarde van een maximum precies een kwart periode groter dan de x-waarde van het punt op de evenwichtslijn dat er vlak voor ligt en waarin de grafiek omhoog gaat. En de y-waarde van een maximum is 0,5 + 1,5 = 2 .

Opgave 2

Bekijk bij de Uitleg de grafiek van f ( x ) = 1,5 sin ( 2 ( x - 1 ) ) + 0,5 op [ 0 , 2 π ] .

a

Maak zelf deze grafiek op de grafische rekenmachine.

b

Het punt ( 0 , 0 ) ligt op de grafiek van y = sin ( x ) . Welk punt op de grafiek van f ontstaat uit het punt ( 0 , 0 ) als je de grafiek van y = sin ( x ) vervormt?

c

Welke toppen heeft de grafiek van f ?

Opgave 3

Gegeven is de functie f met f ( x ) = 1 - 2 sin ( 3 ( x + 2 ) ) .

a

Lees uit het functievoorschrift de periode, de amplitude, de evenwichtslijn en de horizontale verschuiving af. Schets de grafiek.

b

Controleer met behulp van de applet in de Uitleg of je grafiek juist is.

c

Oefen dit een aantal keer.

verder | terug