Periode: , amplitude: en evenwichtslijn: .
Bijvoorbeeld .
Bijvoorbeeld .
De periode is de tijd tussen twee opeenvolgende toppen, dus uur.
De amplitude is het hoogteverschil tussen hoog water en gemiddelde waterhoogte, dus
cm.
De evenwichtslijn is het gemiddelde waterpeil, dus het gemiddelde van hoogwater ( cm boven NAP) en laagwater ( cm boven NAP).
Venster: en .
De periode is , de evenwichtslijn is en de amplitude is .
Bijvoorbeeld
, , , en .
geeft
en dus
.
Hieruit vind je: .
Oplossing ongelijkheid: .
De punten en liggen symmetrisch t.o.v. en op de grafiek.
en .
geeft en dus .
Je vindt zo: .
geeft en dus .
En zo vindt je: .
De oplossing van de ongelijkheid is .
m
m.
, dus m.
geeft en dus .
Je zit dus elk rondje s boven de m.
Doen.
Periode , amplitude , evenwichtslijn en eenheden naar rechts verschoven.
en .
geeft en dus .
keer per minuut.
Doen, bepaal eerst amplitude en evenwichtslijn.