Periodieke functies > Periodieke modellen
1234567Periodieke modellen

Verwerken

Opgave 8

Stel bij deze vier sinusoïden een passend functievoorschrift op.

Opgave 9

Bij de vorige opgave zijn bij elke sinusoïde meerdere functievoorschriften mogelijk.

a

Geef er bij y 1 minstens drie.

b

Gebruik één van deze functievoorschriften om op te lossen: y 1 = -2 . Geef benaderingen in drie decimalen nauwkeurig.

Opgave 10

De grafiek van f is sinusvormig. De evenwichtslijn is y = 1 , de amplitude is 2, de periode is π en de grafiek gaat stijgend door het punt ( 1 6 π , 1 ) .

a

Stel een formule op voor f ( x ) .

b

Bereken met die formule f ( 0 ) .

c

Los op: f ( x ) 0 .

Opgave 11

Een reuzenrad bevat de stoeltjes C en D . Stoeltje C draait op een afstand van 4 meter van de as in de rondte, stoeltje D op een afstand van 8 meter. De as van het reuzenrad bevindt zich op 10 meter boven de grond. Bekijk de getekende situatie. Het reuzenrad draait in 8 seconden één keer rond. Op t = 0 staat stoeltje D zo hoog mogelijk. Het reuzenrad draait tegen de wijzers van de klok in.

a

Bereken bij elke stand de hoogte van de stoeltjes C en D ten opzichte van de grond.

b

Stel een passend functievoorschrift op voor de hoogte van stoeltje D .

c

Hoe hoog staat stoeltje C op tijdstip t = 1413,25 ?

d

Hoe lang zit je in stoeltje C elk rondje hoger dan 12 m?

verder | terug