De rode grafiek is die van functie `f` met voorschrift `f(x)` .
De grafiek van `g(x)=a*f(b*(x+c))+d` ontstaat uit die van `f` door verschuiven en herschalen. Bekijk nog eens goed (met behulp van de schuifbalkjes) welke vervormingen je in welke volgorde toepast.
Geef bij elk van de volgende functies aan welke verschuivingen en/of vervormingen je moet toepassen om de grafiek uit die van `f` te laten ontstaan. (Let op de volgorde!)
`g(x)=2 *f(x)+3`
`h(x)=f(x-4 )+2`
`k(x)=text(-)f(x)+2`
`l(x)=f(3 x)+2`
`m(x)=2 *f(x-1 )+4`
Schrijf het functievoorschrift op van `g` als de grafiek uit die van `f` ontstaat door:
herschalen in de `y` -richting met `text(-)2` en dan `1` in de `y` -richting verschuiven;
herschalen in de `x` -richting met factor `2` en dan `text(-)3` in de `y` -richting verschuiven;
verschuiven in de `x` -richting met `4` en verschuiven in de `y` -richting met `text(-)2` ;
herschalen in de `x` -richting met factor `1/2` en dan een verschuiving in de `x` -richting van `4` ;
verschuiving van `4` in de `x` -richting, dan herschalen in de `y` -richting met factor `0,5` en ten slotte verschuiving van `text(-)2` in de `y` -richting.