Bij de Olympische Spelen is de 100 m hardlopen een vast onderdeel. In de finale starten
lopers A, B, C, D, E, F, G en H. Ze strijden om goud, zilver of brons. Stel je voor
dat alle lopers gelijkwaardig zijn en een even grote kans maken op de medailles.
Hoeveel mogelijke lijstjes met drie medaillewinnaars kun je dan maken?
Het gaat hier om het aantal permutaties van uit : mogelijkheden.
In de voorrondes is het niet belangrijk of je nummer 1, nummer 2 of nummer 3 bent:
de eerste drie gaan door naar de volgende ronde. De lijstjes BDG, BGD, DBG, GBD, DGB
en GDB hebben dan allemaal hetzelfde resultaat. Die tellen dan dus niet als afzonderlijke
mogelijkheden, maar vormen samen één mogelijkheid.
En dat geldt ook voor alle andere drietallen: de volgorde binnen die drietallen is
niet belangrijk en die volgordes tellen telkens maar als één mogelijkheid mee. Dit betekent dat er geen
mogelijke lijstjes zijn, maar slechts gedeeld door .
Je spreekt dan van het aantal combinaties van uit . Je schrijft het als .
Je rekent het aantal combinaties van uit zo uit: mogelijkheden.
Met faculteiten: .
Bij het aantal combinaties van uit gaat het er eigenlijk om de groep van te verdelen in twee subgroepen, één van en één van . Binnen beide subgroepen speelt volgorde geen rol.
Dat kun je heel mooi weergeven in een rooster van bij . Elk element van de groep van hoort dan wel of niet bij het uitverkoren drietal.
Je ziet hier de mogelijkheid waarin B, E en G wel en de overige niet bij de uitverkoren
drie horen.
Alle mogelijke kortste routes van linksonder naar rechtsboven geven het aantal combinaties
van uit weer.
Het zijn er inderdaad , wat je op een handige manier kunt tellen.
Het aantal routes dat in een punt bij elkaar komt is telkens de som van het aantal
routes dat in het punt eronder en dat er links naast bij elkaar komt.
Het is de som van de routes van de twee voorgangers.
Je kunt dat in de figuur gemakkelijk natellen als je bedenkt dat je (kortste routes)
alleen naar rechts en omhoog kunt bewegen over de roosterlijnen.
Dit telpatroon staat bekend als de driehoek van Pascal.
Bestudeer de
Wat is het kenmerkende verschil tussen de finale en de voorrondes?
Waarom werk je in de voorrondes met combinaties als je alle mogelijke eindresultaten wilt berekenen?
Bereken zelf met de hand het aantal combinaties van uit .
Bekijk bij
Bereken eerst met de hand het aantal combinaties van uit . Controleer het antwoord met de GR.
Bekijk weer de
Maak zelf een rooster voor het aantal combinaties van uit .
Bereken het aantal combinaties van uit op drie manieren: eerst in het rooster, dan met faculteiten en met de hand en tenslotte met de GR.