Een volledig kaartspel kent kaarten, van elke
"kleur"
evenveel.
Je trekt aselect uit zo'n kaartspel één kaart.
De kans op een hartenkaart is:
P(hartenkaart) = want daar zijn er van.
De kans op hartentwaalf is dan:
P(hartentwaalf) = want zo'n kaart bestaat niet.
De kans op geen hartenkaart is:
P(geen hartenkaart) = .
De kans op een hartenkaart of een ruitenkaart is:
P(harten of ruiten) = .
De kans op een boer, een aas of een hartenvrouw is:
P(boer of aas of hartenvrouw) = .
Het lijkt er op dat je bij "of" eenvoudigweg de kansen kunt optellen. Maar dat is hier alleen maar zo, omdat de mogelijkheden elkaar wederzijds uitsluiten. Vraag je namelijk naar een hartenkaart of een boer, dan zijn er niet gunstige mogelijkheden, maar slechts vanwege de hartenboer die anders twee keer wordt geteld. " "hartenkaart" en "boer" sluiten elkaar niet wederzijds uit.
De kans op hartenkaart of boer is: P(hartenkaart of boer) = .
Lees eerst de
Uit een compleet spel speelkaarten wordt aselect een kaart getrokken.
Wat is de kans dat het een plaatje is?
at is de kans dat het geen plaatje is?
Wat is de kans dat het een harten is?
Wat is de kans dat het een harten plaatje is?
Wat is de kans dat het een harten kaart is of een heer?
Waarom kun je bij e niet gewoon de kans op een harten kaart en de kans op een heer optellen?
Wordt de kans op harten of heer kleiner als ruiten heer en harten aas in het spel ontbreken?