Bij een aselecte steekproef in een provincie blijken onder `1500` geënquêteerden er `833` tegen de aanleg van een provinciale weg te zijn.
Bereken de steekproefproportie. Rond je antwoord af op drie decimalen.
Bereken de standaardafwijking van deze steekproevenverdeling. Rond je antwoord af op vier decimalen.
Tussen welke percentages ligt binnen deze provincie het aantal tegenstanders van deze weg met een betrouwbaarheid van `95` % in een nieuwe steekproef?
Een fabrikant in lampen verkoopt een doos met `100` lampen; `2` daarvan blijken kapot te zijn. De fabrikant beweert dat slechts `0,5` % van zijn lampen bij aankoop kapot zijn.
Toets de bewering van de fabrikant met een significantieniveau van `5` %.
Uit een enquête in opdracht van de Stichting tegen Kanker van maart/april 2007 onder `1988` Belgen bleek `61` % voorstander te zijn van het rookvrij maken van cafés. In oktober 2006 was dat nog maar `55` % van een even grote groep.
Bepaal bij het onderzoek van oktober 2006 het `95` %-betrouwbaarheidsinterval. Geef je antwoord in procenten. Rond af op één decimaal.
Bepaal bij het onderzoek van maart/april 2007 het betrouwbaarheidsinterval bij een betrouwbaarheid van `95` %. Geef je antwoord in procenten. Rond af op één decimaal.
Welke conclusie kun je trekken?
Minke heeft een dobbelsteen, waarvan ze zegt dat die onzuiver is. Ze beweert dat je
gemiddeld in slechts
`8`
% van de keren 6 ogen gooit.
Bart gaat deze bewering toetsen. Hij gooit
`30`
keer met de dobbelsteen en gooit
`4`
keer 6 ogen.
Stel de hypothesetoets op.
Wat is de conclusie van Bart bij een significantieniveau van `10` %?
Voorafgaand aan de verkiezingen worden opiniepeilingen gehouden. Met behulp van een
aselecte steekproef wordt aan
`2000`
Nederlanders gevraagd naar de partij van hun voorkeur. Eén partij gaat in een opiniepeiling
van
`30`
naar
`31`
zetels (van de
`150`
zetels in de Tweede Kamer).
Onderzoek of de partij met een betrouwbaarheid van
`90`
% zeker kan zijn van een zetel winst.
Onderzoekers hebben door middel van een steekproef een bepaald kenmerk onderzocht. Zij concludeerden dat `8` % van de steekproef het kenmerk heeft. Het `95` %-betrouwbaarheidsinterval is `[7,97; 8,03]` .
Toon aan dat de standaardafwijking van de steekproef `0,015` is.
Bereken de grootte van de steekproef.