Probeer zelf eerst antwoorden te verzinnen. Kom je er echt niet uit, bekijk dan de
Het kunnen twee meisjes, of twee jongens of een meisje en een jongen zijn. Van elk van deze drie situaties bereken je de kans en die kansen tel je op.
Van de jongens verwacht je in zo'n klas gemiddeld kleurenblinden, van de meisjes kleurenblinden.
Doen.
Je gaat er van uit dat de aselecte trekking van de éne westerse man niet afhangt van die van een andere westerse man. (Dat mag je alleen maar aannemen omdat er heel veel westerse mannen zijn!)
.
Hier zie je de kansverdeling van :
0 | 1 | |
5/6 | 1/6 |
en .
en .
en .
en .
Omdat een worp met een dobbelsteen onafhankelijk is van andere worpen met die dobbelsteen of worpen met andere dobbelstenen.
.
GR: binompdf(10,1/6,6).
.
GR: binomcdf(10,1/6,6).
Doen.
Doen.
.
.
.
De verwachting is patiënten.
.
.
.
.
.
.
.
Door het terugleggen (en goed mengen) is elke trekking onafhankelijk van de voorgaande.
.
.
.
.
.
0,9999
0,0006
0,7301
0,5562
0,0000
Omdat de kaart telkens wordt teruggestopt en er wordt geschud voordat de volgende kaart wordt getrokken.
en .
.
De kansen per kaart veranderen nu doordat het totaal aantal kaarten verandert. De kans op de eerste keer harten is 0,25, maar de tweede keer zijn er dan nog maar hartenkaarten op de kaarten.
Maak telkens met je grafische rekenmachine een tabel. Voer in je GR in: Y1 = binomcdf(100,0.35,X). Je vindt: .
Voer in je GR in: Y1 = binomcdf(18,0.45,X). Je vindt: .
Voer in je GR in: Y1 = 1-binomcdf(12,1/3,X-1). Je vindt: .
Maak telkens met je grafische rekenmachine een tabel. Voer in je GR in: Y1=1-binomcdf(X,0.20,3). Je vindt: .
Voer in je GR in: Y1=binompdf(X,0.25,3). Je vindt: .
Maak telkens met je grafische rekenmachine een tabel. Voer in je GR in: Y1 = binomcdf(15,X,3). Je vindt: .
Voer in je GR in: Y1=1-binomcdf(50,X,9). Je vindt: .
Voer in je GR in: Y1=binompdf(9,X,4). Je vindt: .
De verwachting is en de variantie (kwadraat van de standaardafwijking) is .
Hieruit volgt: en .
En dus is
Bij gokken mag je verwachten er deel goed in te vullen. Dus goed is 1,0, en de rest lineair.
. Met de GR vind je .
Bij de eerste methode krijg je bij goed een 3,0.
Je moet vragen gokken. Hiervan mag je verwachten er goed te hebben. Je hebt dan vragen goed. De eerste methode geeft: . De tweede methode geeft .
vragen goed geeft 6,0. En vragen gokken geeft 1,0. Je mag dus verwachten een 7,0 te krijgen.
1,6 punt betekent minstens vragen goed gokken en .
Nu moet: . Dit betekent: . Met de GR vind je .
en .
en .
Van de vragen moet je er goed gokken. De kans daarop is .
Van de vragen moet je er minstens goed beantwoorden. Je moet dus de vragen niet allemaal fout beantwoorden. Kans .
.