De rode grafiek is functie `f` met voorschrift `f(x)` .
`g_1 (x)=f(c_1 *x)` ontstaat uit `f` door vermenigvuldiging ten opzichte van de `y` -as met `1/ (c_1)` ;
`g_2 (x)=c_2 *f(x)` ontstaat uit `f` door vermenigvuldiging ten opzichte van de `x` -as met `c_2` .
In
Werk met de applet. Gegeven is de grafiek van functie `f` met een onbekend voorschrift `f(x)` .
Maak de grafiek van `g_1 (x)=f(2 *x)` . Hoe ontstaat de grafiek van `g_1` uit die van `f` ?
Maak de grafiek van `g_2 (x)=2 *f(x)` . Hoe ontstaat de grafiek van `g_2` uit die van `f` ?
Neem nu aan dat `f(x)=x^3-4 x` .
Schrijf het voorschrift van `g_1` op.
Geef het functievoorschrift van `g_2` .
Oefen dit met andere functies `g_1` en `g_2` .
Gegeven is de functie `f(x) = 1/2 x^3 ` .
Plot de grafiek van `f` .
Schrijf het functievoorschrift van `g_1(x) = f(2x)` op. Plot de grafiek van `g_1` . Hoe ontstaat de grafiek van `g_1` uit die van `f` ?
Schrijf het functievoorschrift van `g_2(x) = 2*f(x)` op. Plot de grafiek van `g_2` . Hoe ontstaat de grafiek van `g_2` uit die van `f` ?