Vooral als je in een functievoorschrift breuken aantreft waarbij de variabele (ook) in de noemer voorkomt, krijg je te maken met problemen rond het delen door `0` of met situaties waarin voor grote waarden de teller en de noemer wel heel groot worden, maar de breuk zelf niet. Dan krijg je te maken met zogenaamde "asymptoten" . Dat zijn lijnen die de grafiek van de functie steeds meer benaderen, maar waar die grafiek nooit mee samenvalt.
Je leert in dit onderwerp:
wat asymptoten zijn;
op welke manier je de asymptoten van een functie kunt bepalen.
Voorkennis:
werken met functies (ook met de grafische rekenmachine) en de bijbehorende notaties gebruiken;
nulpunten en toppen als karakteristieken van een functie berekenen;
het domein en het bereik van een functie opschrijven.