Afgeleide functies > Het begrip afgeleide
1234567Het begrip afgeleide

Voorbeeld 3

Gegeven is de functie f ( x ) = x 3 .
Stel het functievoorschrift van de afgeleide op.

> antwoord

Het differentiaalquotiënt voor willekeurige x is gelijk aan
lim h 0 Δ y Δ x = lim h 0 ( x + h ) 3 x 3 h = lim h 0 3 x 2 + 3 x h + h 2 1 = 3 x 2

Dus de afgeleide is f ' ( x ) = 3 x 2 .

Opgave 6

Bij functies met hogere machten is het berekenen van de afgeleide uit het differentiequotiënt f ( x + h ) - f ( x ) h vaak nogal bewerkelijk. In Voorbeeld 3 kun je nalezen hoe dat in zijn werk gaat bij f ( x ) = x 3 .

a

Probeer eerst zelf om de afgeleide van deze functie te bepalen. Controleer dan je antwoord door naar het voorbeeld te kijken.

b

Bereken de hellingwaarde voor x = 2 .

c

Er zijn twee punten op de grafiek van f waarin de helling de waarde 6,75 heeft. Bereken de coördinaten van deze beide punten.

d

Met de grafische rekenmachine kun je een benadering van de hellingsgrafiek tekenen door in het differentiequotiënt een heel klein getal voor h te nemen. Nu je een voorschrift voor de afgeleide hebt, kun je die echter ook rechtstreeks in beeld brengen. Controleer met behulp van je grafische rekenmachine dat beide manieren dezelfde grafiek opleveren.

e

Welke van de volgende uitspraken zijn juist?

Als voor een bepaalde functie g geldt dat g ' ( 0 ) = 0 dan heeft deze functie een uiterste waarde voor x = 0

Als voor een bepaalde functie g geldt dat g ' ( 0 ) = 0 dan heeft deze functie een horizontale raaklijn voor x = 0 .

Als voor een bepaalde functie g geldt dat er een uiterste waarde is voor x = 0 dan is g ' ( 0 ) = 0 .

Als voor een bepaalde functie g geldt dat de grafiek een horizontale raaklijn heeft voor x = 0 dan is g ' ( 0 ) = 0 .

verder | terug