Afgeleide functies > Differentiëren
1234567Differentiëren

Voorbeeld 3

Gegeven is de functie g met voorschrift: g ( x ) = 0 , 5 x 3 - 4 , 5 x 2 + 40 x + 80 .
Er zijn punten op de grafiek waarin de functiewaarden stijgen met een snelheid van 40 per eenheid. Welke twee punten zijn dat?

> antwoord

De snelheid waarmee de functiewaarden stijgen afhankelijk van x is g ' ( x ) .
Nu is: g ' ( x ) = 1 , 5 x 2 - 9 x + 40 .
En dus geldt g ' ( x ) = 40 als:

1 , 5 x 2 - 9 x + 40 = 40 .

De oplossing van deze vergelijking is x = 0 x = 6 .

De gezochte punten zijn ( 0 , 80 ) en ( 6 , 266 ) .

Opgave 6

Gegeven de functie f ( x ) = 0 , 5 x 3 - 4 , 5 x 2 + 10 x - 35 .

a

Bepaal de afgeleide van deze functie.

b

Bereken het hellingsgetal van de raaklijn aan de grafiek van f voor x = 0 .

c

Er zijn punten op de grafiek van f waarin de helling de waarde 10 heeft. Bereken de coördinaten van die punten. Bekijk eventueel Voorbeeld 3.

verder | terug