Afgeleide functies > Transformaties en differentiëren
1234567Transformaties en differentiëren

Voorbeeld 2

De functie H ( t ) = 2 t heeft voor t = 1 een hellingwaarde van H ' ( 1 ) 1 , 39 .

Welke hellingwaarde heeft de functie K ( t ) = - 3 2 0,5 t + 10 voor t = 2 ?

> antwoord

Merk eerst op dat K ( t ) = - 3 H ( 0 , 5 t ) + 10 .
Dus is de grafiek van K te maken door transformaties op de grafiek van H toe te passen: eerst vermenigvuldigen in de t -richting met 2 , dan vermenigvuldigen in de H -richting met - 3 en tenslotte 10 verschuiven in de H -richting.

Voor de afgeleide geldt daarom: K ' ( t ) = - 3 0 , 5 H ' ( 0 , 5 t ) .
Dus: K ' ( 2 ) = - 3 0 , 5 H ' ( 1 ) - 3 0 , 5 1 , 39 - 2 , 085 .

Merk ook op dat je in dit geval niet K ' ( 1 ) kunt afleiden uit H ' ( 1 ) .

Opgave 6

Gegeven is de functie f ( x ) = 5 ( x - 1 ) 3 + 4 .

a

De grafiek van f is door transformatie te herleiden uit die van g ( x ) = x 3 . Welke transformaties moet je dan toepassen?

b

Je weet dat g ( 1 ) = 3 . Bereken f ' ( 2 ) . (Zie eventueel Voorbeeld 2.)

Opgave 7

De grafiek van de functie f ( x ) = 8 x kun je maken door de grafiek van g ( x ) = 2 x te vermenigvuldigen in de x -richting.

a

Laat zien, dat f ( x ) = g ( 3 x ) .

b

De vergelijking van de raaklijn aan de grafiek van g voor x = 0 is bij benadering y = 0 , 69 x + 1 . Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van f voor x = 0 .

verder | terug