Afgeleide functies > Transformaties en differentiëren
1234567Transformaties en differentiëren

Testen

Opgave 15

Differentieer de volgende functies

a

f ( x ) = ( 3 x + 6 ) 5 - 20

b

g ( x ) = 16 - 2 ( x - 1 ) 4

c

K ( q ) = 200 + ( 60 + 3 q ) 3

Opgave 16

Gegeven is de functie f ( x ) = a ( x - b ) 5 met a 0 en b 0 .

a

Hoe kun je de grafiek van f door transformatie laten ontstaan uit die van y = x 5 ?

Verschuiven in de x -richting met b eenheden en vervolgens vermenigvuldigen in de y -richting met factor a .

Verschuiven in de x -richting met - b eenheden en vervolgens vermenigvuldigen in de y -richting met factor a .

Verschuiven in de x -richting met b eenheden en vervolgens vermenigvuldigen in de y -richting met factor 1 a .

Verschuiven in de x -richting met - b eenheden en vervolgens vermenigvuldigen in de y -richting met factor 1 a .

b

Druk f ' ( 2 ) uit in a en b .

Opgave 17

De grafiek van de functie g ( x ) = ( 1 3 ) x + 5 kan door transformatie ontstaan uit die van f ( x ) = 3 x .

a

Welke transformaties moet je dan toepassen?

Eerst vermenigvuldigen met 1 3 in de x -richting en dan de grafiek 5 eenheden in de positieve y -richting verschuiven.

Eerst vermenigvuldigen met - 1 in de x -richting en dan de grafiek 5 eenheden in de positieve y -richting verschuiven.

Eerst vermenigvuldigen met - 1 in de y -richting en dan de grafiek 5 eenheden in de positieve y -richting verschuiven.

b

De raaklijn aan de grafiek van f voor x = 0 heeft de vergelijking y = 1 , 1 x + 1 . Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van g voor dezelfde waarde van x .

Opgave 18

De slingertijd van de slinger van een klok wordt gegeven door T = 2 π l g waarin T de slingertijd in seconden en l de lengte van de slinger in meter is. De constante g noem je de gravitatieconstante en is ongeveer 9,8 m/s2.

a

Een bepaalde klok loopt goed als zijn slingertijd 1 seconde bedraagt. Hoe lang moet de slinger dan zijn?

b

Benader met je grafische rekenmachine T ' ( l ) voor de bij a berekende lengte van de slinger.

c

De lengte van de slinger neemt door uitzetting met 1% toe. Schat met een lineaire benadering met hoeveel seconden de slingertijd toeneemt.

verder | terug