Afgeleide functies > Extremen berekenen
1234567Extremen berekenen

Voorbeeld 4

Bekijk de applet.

Je ziet de grafieken van f ( x ) = x 2 en g ( x ) = x 3 De lijn x = p met 0 < p < 1 snijdt de grafieken van f en g in de punten A en B .
Bereken exact de maximale lengte van A B .

> antwoord

Voor beide punten A en B geldt: x = p .
A ligt op de grafiek van g en is dus A ( p , p 3 ) .
B ligt op de grafiek van f en is dus B ( p , p 2 ) .
De lengte L van lijnstuk AB is L ( p ) = p 2 p 3 . Een maximale waarde voor L vind je door L ' ( p ) = 2 p 3 p 2 = 0 . Ga na dat dit geeft: p = 0 p = 2 3 In de figuur zie je dat de maximale waarde van L zit bij p = 2 3 .
De bijbehorende maximale lengte is L ( 2 3 ) = 4 27

Opgave 8

Gegeven zijn de functies f en g door f ( x ) = 4 x 2 en g ( x ) = 4 x .

a

Bereken algebraïsch de snijpunten van beide grafieken.

b

De lijn x = k snijdt de grafiek van f in P en die van g in Q. Bereken de grootste lengte van lijnstuk P Q als 0 < k < 1 .

De lijnen x = k en x = - k snijden de grafiek van f in P en in R. Bovendien snijden ze de x-as in A en B zo, dat vierhoek A B C D een rechthoek is.

c

Welke exacte oppervlakte heeft deze rechthoek maximaal?

verder | terug