Afgeleide functies > Veeltermen
1234567Veeltermen

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Doen, het antwoord vind je bij de Uitleg .

b

Ja, dat kun je aan het functievoorschrift zien. Hoe, dat zie je verder in dit onderdeel.

Opgave 2
a

x = 0 x ± 1 , 76 x ± 1 , 58 x ± 1 , 90

b

x ± 0 , 55 x ± 1 , 38 x ± 1 , 78

c

Dat het maximale aantal nulwaarden van een veelterm met hoogste exponent n ook gelijk is aan n .

Opgave 3
a

Nulpunten: ( ± 1 , 0 ) en ( ± ( 2 ) , 0 ) .

b

f ' ( x ) = 4 x 3 - 6 x = 0 geeft x = 0 x = ± ( 1 1 2 ) = ± 1 2 ( 6 ) .
Min. f ( - 1 2 ( 6 ) ) = - 1 4 , max. f ( 0 ) = 2 en min. f ( 1 2 ( 6 ) ) = - 1 4 .

c

f " ( x ) = 12 x 2 - 6 = 0 geeft x = + = ( 1 2 ) = + = 1 2 ( 2 ) .
Buigpunten ( ± 1 2 ( 2 ) , 3 4 ) .

Opgave 4
a

eigen antwoord

b

f ( x ) = ( x - 1 ) ( x 2 - 4 x + 1 ) = 0 geeft x = 1 x = 2 ± ( 3 ) .
Nulpunten: ( 1 , 0 ) , ( 2 - ( 3 ) , 0 ) en ( 2 + ( 3 ) , 0 ) .

c

f ' ( x ) = 3 x 2 - 10 x + 5 = 0 geeft x = ( 10 ± ( 40 ) ) 6 .
Extremen: max. f ( ( 10 - ( 40 ) ) 6 ) 0 , 42 , min. f ( ( 10 + ( 40 ) ) 6 ) - 4 , 27 .

d

f " ( x ) = 6 x - 10 = 0 geeft x = 5 3 .
Buigpunt: ( 5 3 ; - 1 , 93 ) .

e

f ( x ) = g ( x ) geeft met de GR: x - 3 , 15 x = 1 .
Oplossing: - 3 , 15 < x 1 .

Opgave 5
a

x = - 2 x = 0 x = 6

b

x = 0 x = ( - 40 ) [ 3 ]

c

x = 0 x = ( 5 ± ( 41 ) ) 4

d

x = 0 x = ± ( 6 )

Opgave 6
a

f c ' ( x ) = 2 x 3 - 2 c x = 0 geeft x = 0 x = ± ( c ) . Er is tekenwisseling voor x = 0 .

b

f c ' ( x ) = 0 en f c ( x ) = 0 geeft c = 0 c = 2 .

c

f c " ( x ) = 0 en f c ( x ) = 0 geeft c = 3 , 6 .

d

f c ' ( 1 ) = 1 geeft c = 0 , 5 .

Opgave 7
a

P ( x ) = x 2 ( 2 x - 8 ) = 0 geeft x = 0 x = 4 . Nulpunten: ( 0 , 0 ) en ( 4 , 0 ) .
P ' ( x ) = 6 x 2 - 16 x = 0 geeft x = 0 x = 2 2 3 . Toppen: ( 0 , 0 ) en ( 2 2 3 , - 512 27 ) .

b

x 2 ( 2 x - 8 ) = 2 x - 8 geeft x 2 = 1 2 x - 8 = 0 en dus x = ± 1 x = 4 .
Haakjes uitwerken is onnodig.

c

x 2 ( 2 x - 8 ) = - 2 x 2 geeft x 2 = 0 2 x - 8 = - 2 en dus x = 0 x = 3 .
Oplossing: x 3 .

Opgave 8
a

D Q = , 4 4 ,
Q is geen veeltermfunctie omdat de (staart)deling niet op 0 uit komt.

b

Verticale asymptoot: x = 4 .
Omdat de hoogste macht in de teller groter is dan in de noemer gaat als x ± ook Q ( x ) ± . ( is het symbool voor "oneindig groot".)

c

B Q = , 0 ] [ 8 , .

Opgave 9
a

Nulpunt ( 1 , 0 ) .

b

Staartdeling: f ( x ) = x 3 + 9 x 2 - 15 x + 5 = ( x - 1 ) ( x 2 + 10 x - 5 ) .
Dus f ( x ) = 0 geeft x = 1 x = ( - 10 ± ( 120 ) ) 2 en dus zijn de andere nulpunten ( - 10 , 48 ; 0 ) en ( 0 , 48 ; 0 ) .

c

f ' ( x ) = 3 x 2 + 18 x - 15 = 0 geeft x = ( - 6 ± ( 56 ) ) 2 . Toppen: ( 0 , 74 ; - 0 , 77 ) en ( - 6 , 74 ; 208 , 77 ) .
f " ( x ) = 6 x + 18 = 0 geeft x = - 3 . Buigpunt ( - 3.104 ) .

d

f ' ( x ) = - 5 geeft x = ( - 18 ± ( 444 ) ) 6 . Dus in ( 0 , 51 ; - 0 , 19 ) en ( - 6 , 51 ; 208 , 19 ) .

e

f ' ( 0 ) = 15

Opgave 10
a

x 3 - 2 x 2 = 3 x - 6 geeft x 2 ( x - 2 ) = 3 ( x - 2 ) en dus x = ± ( 3 ) x = 2 .

b

0 , 5 x 4 + 4 x 3 - 6 x - 48 = 0 geeft ( x + 8 ) ( 0 , 5 x 3 - 6 ) = 0 en dus x = - 8 x = ( 12 ) [ 3 ] .

c

x 6 - 16 x 3 + 60 = ( x 3 - 10 ) ( x 3 - 6 ) = 0 geeft x = ( 6 ) [ 3 ] x = ( 10 ) [ 3 ] .

d

( x - 1 ) ( x 2 - 2 ) = 0 geeft x = 1 x = ± ( 2 ) .

Opgave 11
a

f ( x ) = x 4 - 2 x 2 + 8 = ( x 2 - 4 ) ( x 2 + 2 ) geeft x = ± 2 . Nulpunten: ( ± 2 , 0 ) .
f 1 ' ( x ) = 4 x 3 - 4 x = 0 geeft x = 0 x = ± 1 . Toppen: ( - 1 , 7 ) , ( 0 , 8 ) en ( 1 , 7 ) .
f 1 " ( x ) = 12 x 2 - 4 = 0 geeft x = ± ( 1 3 ) . Buigpunten: ( ± ( 1 3 ) , 7 4 9 ) .

b

f p ' ( x ) = 0 en f p ( x ) = 0 geeft p = ± ( 0 , 125 ) .

c

f p " ( x ) = 0 en f p ( x ) = 0 geeft p = ± ( 1 , 44 ) .

Opgave 12
a

h 4 ( x ) = x 2 ( x + 4 ) heeft voor x = 0 en x = - 4 de waarde 0 en dus moet de grafiek door O en A gaan.
Voor x = ± 1 heeft deze functie dezelfde waarden als g 4 en gaat de grafiek door de punten B en C die bij deze x -waarden horen en op de grafiek van g 4 liggen.

b

h 4 ( x ) = x 3 + 4 x 2 en h 4 ' ( x ) = 3 x 2 + 8 x .
h 4 ' ( x ) = 0 geeft x = 0 x = - 8 3 ; max. h 4 ( - 8 3 ) = 256 27 en min. h 4 ( 0 ) = 0 .

c

Zie het antwoord bij a. De lijnen x = ± 1 en y = 0 .

d

h a ' ( x ) = 3 x 2 + 2 a x = 0 geeft x = 0 x = - 2 3 a .
De toppen zijn ( 0 , 0 ) en ( - 2 3 a , 4 27 a 3 ) . Deze punten voldoen beide aan y = - 1 2 x 2 .

Opgave 13
a

f 1 ( x ) = x 3 + 12 x 2 + 36 x en f 1 ' ( x ) = 3 x 2 + 24 x + 36 .
f 1 ' ( x ) = 0 geeft x = - 6 x = - 2 ; max. f ( - 6 ) = 0 en min. f ( - 2 ) = - 32 .

b

f c ' ( x ) = 0 geeft x = - 6 x = - 2 en de toppen zijn ( - 6 , 0 ) en ( - 2 , - 32 c ) .
- 32 c = 80 geeft c = - 2 , 5 .

c

f c " ( x ) = 6 c x + 24 c = 0 geeft x = - 4 , dus buigpunt ( - 4 , - 16 c ) .

d

f c ' ( - 4 ) = - 12 c , dus de buigraaklijn heeft vergelijking y = - 12 c x - 64 c .
Deze lijn gaat door ( 0 , 80 ) als - 64 c = 80 , dus c = - 1 , 25 .

Opgave 14
a

Verticale asymptoten: x = ± ( 10 ) .
Horizontale asymptoot: y = 0 .

b

Teken de grafiek en bepaal de extremen met de rekenmachine: min. f ( 1 , 6 ) 3 , 2 en max. f ( 6 , 4 ) 0 , 8 .
Bereik: ; 0 , 8 ] [ 3 , 2 ; .

c

0 < p < 0 , 8 p > 3 , 2

d

( 10 x - 40 ) ( x 2 - 10 ) = 10 x - 40 geeft 10 x = 40 1 ( x 2 - 10 ) = 1 en dus x = 4 x = ± ( 11 ) .
Je vindt A ( - ( 11 ) ; - 73 , 17 ) , B ( ( 11 ) ; - 6 , 83 ) en A = ( - 4 , 0 ) .
O A is het langst.

Opgave 15
a

2 x 2 + 2 x l = 40 en I = x 2 l geeft I ( x ) = 20 x - x 3 .

b

I > 0 en x > 0 geeft 0 < x < ( 20 ) .

c

I ' ( x ) = 20 - 3 x 2 = 0 als x = ± ( 20 3 ) .
I is maximaal als x = ( 20 3 ) 2 , 58 . De bijbehorende maximale waarde voor I is ongeveer 34,43 m3. Dus 0 < I < 34 , 43 .

Opgave 16
a

f ( x ) = ( x 2 - 4 ) ( x 2 - 2 ) = 0 geeft x = ± 2 x = ± ( 2 ) .
Nulpunten ( ± 2 , 0 ) en ( ± ( 2 ) , 0 ) .
f ' ( x ) = 4 x 3 - 12 x = 0 geeft x = 0 x = ± ( 3 ) .
Min. f ( ± ( 3 ) ) = - 1 en max. f ( 0 ) = 8 .

b

x 4 - 6 x 2 + 8 = - 2 x 2 + 20 geeft x 4 - 4 x 2 - 12 = ( x 2 - 6 ) ( x 2 + 2 ) = 0 en dus x = ± ( 6 ) . De snijpunten zijn ( ± ( 6 ) , 8 ) .

c

- ( 6 ) < x < ( 6 )

d

f ' ( x ) = g ' ( x ) geeft 4 x 3 - 12 x = - 4 x en dus x = 0 x = ± ( 2 ) .
Er zijn dus drie van die waarden.

Opgave 17

Met behulp van een staartdeling vind je: ( x + 2 ) ( x 2 + 6 x + 6 ) = 0 en dus x = - 2 x = - 3 ± ( 3 ) .

Opgave 18
a

f 4 ( x ) = x 4 - 4 x 3 + 4 x 2 = 0 geeft x = 0 x = 2 . Nulpunten ( 0 , 0 ) en ( 2 , 0 ) .
f 4 ' ( x ) = 4 x 3 - 12 x 2 + 8 x = 0 geeft x = 0 × x = 1 x = 2 . Min. f 4 ( 0 ) = f 4 ( 2 ) = 0 en max. f 4 ( 1 ) = 1 .
f 4 " ( x ) = 12 x 2 - 24 x + 8 = 0 geeft x = ( 6 ± ( 12 ) ) 6 . Buigpunten ( ( 6 ± ( 12 ) ) 6 , 4 9 ) .

b

f 4 ( x ) = m x en f 4 ' ( x ) = m geeft x 4 - 4 x 3 + 4 x 2 = ( 4 x 3 - 12 x 2 + 8 x ) x .
Hieruit volgt x = 0 x = 2 3 x = 2 en dan m = 0 m = 64 81 ( m = 0 vervalt).

c

f p ' ( x ) = 0 geeft x = 0 x = ( 6 ± ( 36 - 8 p ) ) 8 .
Dit levert drie waarden voor x op als 36 - 8 p > 0 , dus p < 4 , 5 , en er bovendien geen gelijke waarden voor x tussen zitten, dus p 0 . Met een tekenschema voor f p ' kun je nagaan dat er drie extremen zijn als p < 0 0 < p < 4 , 5 .

Opgave 19
a

x = 2 ± ( 2 ) x = - 1 2

b

Nulpunten ( - 1 2 , 0 ) en ( 2 , 0 ) . Toppen ( 1 3 , 125 27 ) en ( 2 , 0 ) . Buigpunt ( 7 6 , 125 54 ) .

c

a = 0 a = 6 , 25

d

f ' ( x ) = 2 a heeft geen oplossingen voor x als a < - 25 12 .

verder | terug