Differentieer de volgende functies.
Gegeven is de functie .
Bereken algebraïsch de extremen van .
Bereken algebraïsch de coördinaten van het buigpunt van de grafiek van .
Het punt ligt op de grafiek van de functie .
Bereken de hoek die de raaklijn in dit punt aan de grafiek maakt met de -as.
In hoeveel andere punten van de grafiek maakt de raaklijn dezelfde hoek met de -as?
Uit een stuk karton van bij centimeter wordt een bakje gevouwen. Neem voor de hoogte van dit bakje cm.
De inhoud van dit bakje hangt alleen af van (als er verder niets boven het open bovenvlak mag uitsteken). Stel een bijpassend functievoorschrift op.
Bereken algebraïsch bij welke waarde van de inhoud van het bakje maximaal is.
Hier zie je een deel van de grafiek van
In het deel van de grafiek dat in beeld is, bevinden zich drie punten waarin de raaklijn aan de grafiek evenwijdig is aan de -as. Bereken de -coördinaten van die drie punten algebraïsch.
Waarom heeft de functie toch maar twee (lokale) extremen?
Laat zien dat de grafiek van wel drie buigpunten heeft.