Differentieerregels > De kettingregel
1234567De kettingregel

Testen

Opgave 14

Differentieer de volgende functies

a

f ( x ) = 6 ( 1 + x 2 ) 3

b

y ( x ) = ( 1 - 4 x ) 4 + 5

c

R ( t ) = 15 π t

d

f ( x ) = 10 + 4 x 2

e

K ( p ) = 2 p p

f

f ( x ) = x 3 + 2 x - 3 x + 1 x 2

Opgave 15

Gegeven is de functie f ( x ) = 2 x - x + 2 .

a

Als je de grafiek van deze functie op je grafische rekenmachine bekijkt met de standaardinstellingen van het venster, lijkt het wel een rechte lijn te zijn. Wat is het domein van f ?

b

Bepaal de afgeleide van f .

c

Bereken met behulp deze afgeleide het minimum van f .

d

Wat is het bereik van deze functie f ?

e

Bereken de hoek waaronder de grafiek van f de y -as snijdt.

verder | terug