Differentieerregels > De productregel
1234567De productregel

Voorbeeld 1

Differentieer de functie: P ( x ) = ( x 3 6 x 2 ) ( x 4 1 ) .

> antwoord

Deze functie is het product van:

  • f ( x ) = ( x 3 6 x 2 ) waarvoor geldt: f ( x ) = 3 x 2 12 x

  • g ( x ) = x 4 1 waarvoor geldt: g ( x ) = 4 x 3

De afgeleide van P vind je door de productregel toe te passen:

P ( x ) = ( 3 x 2 12 x ) ( x 4 1 ) + ( x 3 6 x 2 ) ( 4 x 3 )

En na haakjes uitwerken: P ( x ) = 7 x 6 36 x 5 3 x 2 + 12 x .

Hier had je de productregel kunnen vermijden door direct de haakjes van functie P uit te werken.

Opgave 3

De functie f ( x ) = x 2 ( x 3 - 4 x ) kun je opvatten als een productfunctie van u en v . Bij het differentiëren kun je dan de productregel gebruiken, zie Voorbeeld 1.

a

Schrijf de voorschriften van u en v op.

b

Bepaal de afgeleide van f met behulp van de productregel.

c

Je kunt deze functie ook zonder de productregel differentiëren. Je moet dan eerst de haakjes uitwerken. Differentieer de functie ook op die manier.

verder | terug