Differentieerregels > Differentieerbaarheid
1234567Differentieerbaarheid

Voorbeeld 2

Twee bijzondere functies zijn de absoluutfunctie f ( x ) = | x | en de integerfunctie g ( x ) = int ( x ) .
Je ziet hier de grafieken van beide. Hoe zit het met de differentieerbaarheid?

> antwoord

De grafiek van de functie f ( x ) = | x | bestaat uit twee halve lijnen die in (0, 0) bij elkaar komen. Daar zit een knikpunt. De functie is te schrijven als

f ( x ) = { x als x 0 x als x < 0

De afgeleide is daarom f ( x ) = { 1 als  x 0 1 als  x < 0

Je ziet dat het hellingsgetal links van 0 anders is dan rechts van 0.
De functie is voor x = 0 niet differentieerbaar.

De functie g ( x ) = int ( x ) rondt steeds een getal naar beneden af. De grafiek vertoont daarom sprongen zodra een x -waarde een geheel getal is.
In die waarden van x is de functie niet differentieerbaar.

Opgave 6

Hier zie je de grafieken van de functies f ( x ) = | x 2 - 4 x | en g ( x ) = x 2 - | 4 x | . Bekijk eventueel Voorbeeld 2.

a

Voor welke waarden van x is functie f niet differentieerbaar?

b

Voor welke waarden van x is functie g niet differentieerbaar?

Opgave 7

In Voorbeeld 2 kun je ook zien hoe de grafiek van de entierfunctie er uit ziet.

a

Voor welke waarden van f ( x ) = int ( 2 x ) niet differentieerbaar?

b

Voor welke waarden van f ( x ) = 2 int ( x ) niet differentieerbaar?

verder | terug