Integraalrekening > Primitieven
123456Primitieven

Voorbeeld 1

Hier zie je een aantal primitieven van functies.

  • f ( x ) = x 4 dus F ( x ) = 1 5 x 5 + c
  • f ( x ) = 3 x 4 dus F ( x ) = 3 5 x 5 + c
  • f ( x ) = 0,5 x 4 4 x 2 + 2
    dus F ( x ) = 0,5 1 5 x 5 4 1 3 x 3 + 2 x + c = 0,1 x 5 4 3 x 3 + 2 x + c
  • f ( x ) = ( 3 x + 1 ) 5 dus F ( x ) = 1 6 ( 3 x + 1 ) 6 1 3 + c = 1 18 ( 3 x + 1 ) 6 + c
  • f ( x ) = 2 5 x 3 = 2 5 x -3 dus F ( x ) = - 1 5 x -2 + c = 1 5 x 2 + c
  • f ( x ) = 3 x 2 x = 3 2 x 1,5 dus F ( x ) = 3 2 1 2,5 x 2,5 + c = 1,2 x 2 2 x + c
Opgave 3

Bekijk in de Theorie wat je onder een primitieve verstaat en welke regels je kunt toepassen om ze te bepalen.

a

Controleer de juistheid van elke regel door differentiëren.

b

In Voorbeeld 1 worden verschillende primitieven bepaald. Probeer steeds eerst zelf de primitieve te vinden.

c

Controleer alle primitieven door differentiëren.

Opgave 4

Gegeven is de functie f ( x ) = x op het interval [ 0 , 5 ] .

a

Wat stelt F ( x ) = 0 x f ( t ) d t voor?

b

Waarom is F een primitieve van f ?

c

Bepaal alle mogelijke functies F met behulp van de machtsregel voor primitiveren.

d

Bereken nu exact 0 9 x d x .

Opgave 5

Het berekenen van de primitieven van een functie wordt ook wel "onbepaald integreren" genoemd. Je noteert dit met een integraalteken zonder grenzen. Bepaal:

a

3 x 2 - 4 x + 1 d x

b

x 3 d x

c

2 x 2 d x

d

3 x d x

e

( 4 x - 1 ) 2 d x

f

x 2 - 4 x 2 d x

verder | terug