Integraalrekening > Integreren
123456Integreren

Verwerken

Opgave 9

Bereken de volgende integralen exact en controleer de antwoorden met de grafische rekenmachine.

a

0 1 3 ( 2 x + 1 ) 4 d x

b

0 1 x ( x 2 + 1 ) 4 d x

c

1 2 ( x + 1 ) 2 x 4 d x

d

-3 1 -2 3 - 2 x d x

Opgave 10

Gegeven is de functie f ( x ) = 0,5 ( x - 4 ) ( x 2 - 4 ) .

a

Breng de grafiek van deze functie zo in beeld dat alle karakteristieken duidelijk te zien zijn.

b

Bereken de oppervlakte van het vlakdeel V ingesloten door de grafiek van f en de x -as.

c

De raaklijn aan de grafiek van f voor x = 2 , de y -as en de grafiek van f sluiten een vakdeel W in. Bereken de oppervlakte daarvan.

Opgave 11

Gegeven is de functie f ( x ) = 3 x - x 3 .

a

Bereken de oppervlakte van het gebied ingesloten door de grafiek van f en de x -as.

b

Het gebied ingesloten door de grafiek van f en de x -as op het interval [ 0 , 3 ] wordt door de lijn x = p verdeeld in twee gebieden met gelijke oppervlakte.
Bereken p in twee decimalen nauwkeurig.

Opgave 12

Bereken de volgende onbepaalde integralen:

a

- ( x - 3 ) ( x + 1 ) x 4 d x

b

( 2 x + 5 ) 3 2 x + 5 d x

c

x 2 6 - x 3 d x

d

x 1 + x 2 d x

Opgave 13

Een heel eenvoudig voorbeeld van een functie die je wel kunt differentiëren, maar niet primitiveren is f ( x ) = 1 x .

a

Welk probleem doet zich voor als je deze functie met de machtsregel wilt primitiveren?

b

Bereken 1 4 1 x d x .

c

Waarom heeft -1 1 1 x d x geen betekenis? Zou je toch een waarde aan deze integraal kunnen toekennen? En zo ja, wat is dan je redenering?

verder | terug