Onder integreren versta je het berekenen van een integraal met behulp van primitiveren. Je maakt daarbij
gebruik van de hoofdstelling van de integraalrekening, die zegt dat: waarin een primitieve vanis. Let er wel op dat de functiegeen verticale asymptoten mag hebben op het interval .
Meestal noteer je als .
De kunst hierbij is natuurlijk het vinden van door
"omgekeerd differentiëren"
.
Uit de differentieerregels kun je de volgende integreerregels afleiden:
de constante-regel:
de somregel:
de substitutieregel (omgekeerde kettingregel):