Exponentiële en logaritmische functies > Het getal e
123456Het getal e

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Y2 is een benadering van de helling op een heel klein interval met beginwaarde x en daarom een benadering van de hellingwaarde voor die waarde van x.

b

Beide grafieken hebben dezelfde vorm.

c

De grafiek van Y3 is een horizontale lijn, dus deze functie heeft steeds dezelfde uitkomst. Kennelijk is Y1 recht evenredig met Y2.

d

Y2 = c ⋅ Y1. Dat geldt ook als het gerondtal een ander getal is.

e

Nee.

Opgave 2
a

Doen.

b

Je vindt `c ~~ 0,92` .

c

Nu vind je achtereenvolgens `c ~~ 0,99` en `c ~~ 1,03` .

d

Ja, dat lijkt er inderdaad te zijn. Dit getal is ongeveer `2,72` (als je voor niet meer dan twee decimalen gaat).

Opgave 3
a

Het mooiste is het maken van een applet in GeoGebra waarin je `h` steeds dichter naar `0` laat komen bij verschillende waarden van `g` (en `x` ?).

b

Je kunt in de formule bij a een factor `g^x` buiten haakjes halen.

c

`(g^(h) - 1)/(h)` hangt niet van `x` af en zal dus voor elke `x` dezelfde waarde hebben.

d

Als `h rarr 0` (neem bijvoorbeeld `h = 0,0000001` ) dan moet `(text(e)^(h) - 1)/(h) rarr 1` . Dit lukt steeds beter als je voor `text(e)` de juiste waarde invult: `text(e) ~~ 2,7218` .

Opgave 4
a

Als Y1=e^(X), of iets dergelijks. Horizontale asymptoot `y = 0` .

b

Dat is de `y` -waarde bij `x = 1` .

c

`x ~~ 2,30` (los `f(x) = 10` op met de GR door de twee grafieken te snijden).

d

Doen.

e

Je vindt `x = ln(20) ~~ 2,996` .

f

Gebruik ook de grafiek. Je vindt `-3,912 ≤ x ≤ 3,912` .

g

Het hellingsgetal in dit punt is `text(e)` en de vergelijking van de raaklijn is `y = text(e)x - text(e)` .

Opgave 5
a

`f'(3) = text(e)^3` en `f(3) = text(e)^3` dus `y = text(e)^3 x - text(e)^3` .

b

Doen.

c

Je vindt `-20 ≤ x ≤ ln(20)` .

Opgave 6
a

`2^x = 1/(8 sqrt(2)) = 2^(-3,5)` dus `x = -3,5` .

b

`text(e)^x = 1/(text(e)^3 sqrt(text(e))) = text(e)^(-3,5)` dus `x = -3,5` .

c

`5text(e)^x = 125` geeft `text(e)^x = 25` dus `x = ln(25) ~~ 3,219` .

d

`8text(e)^x = (2text(e) sqrt(text(e)))^3 = 8text(e)^(4,5)` geeft `x = 4,5` .

Opgave 7
a

Bij `y = 1` hoort `x = text(e)` .

b

Het domein van `f` kunt is het bereik van `g(x) = text(e)^x` en het bereik van `f` is het domein van `g` .

c

`x = text(e)^5 ~~ 148,4` .

d

`0,007 ≤ x ≤ 148,413` .

Opgave 8
a

`f'(x) = -2 * {: text(e)^x :}`

b

`f'(x) = 3text(e)^(3x)`

c

`f'(x) = -text(e)^(3 - x)`

d

`f'(x) = x text(e)^x + text(e)^x`

e

`f'(x) = (text(e)^x - xtext(e)^x)/((text(e)^x)^2) = (1 - x)/(text(e)^x)`

f

`f'(x) = 2x text(e)^(x^2)`

verder | terug